Alien ribkwal vindt nieuw thuis in de Waddenzee

Door Jessica Schop

De samenstelling van kwalachtige soorten in de Waddenzee is in het laatste decennium veranderd. Sinds 2006 zweeft er een nieuwe aliensoort rond in de waterkolom: de Amerikaanse ribkwal. Vergeleken met inheemse soorten kan deze stofzuiger enorm effectief foerageren en piekt het in aantallen op het moment wanneer de inheemse soorten in aantallen afneemt. Hiermee verovert de Amerikaanse ribkwal een nog ongebruikte niche in de Waddenzee.

 

Nieuwe soorten in de Waddenzee

Invasieve soorten, zoals het Amerikaanse scheermes, de strandgaper of de Japanse oester, kunnen via schepen in Europese zeeën terecht komen. Het is best bijzonder als een geïntroduceerde soort zich daadwerkelijk in een nieuwe omgeving kan vestigen en voortbestaan. Voor de meeste soorten is dit een onmogelijke opgave, aangezien de eigenschappen van het water vaak anders zijn en doordat er vaak competitie bestaat met inheemse soorten. Toch blijken sommige soorten succesvol te zijn. Vaak wordt dit geholpen als er veel individuen in een korte periode geïntroduceerd worden, bij afwezigheid van predatie, competitie en parasieten, of bijvoorbeeld als de geïntroduceerde soort leeft in een plek in het ecosysteem dat nog niet gebruikt wordt.

 

Alien ribkwal

Sinds 2006 wordt de Amerikaanse ribkwal waargenomen in de Europese zeeën, zo ook in de Waddenzee. In Waddenzee leven nu naast de Amerikaanse ribkwal nog andere geleiachtige dierensoorten: de neteldieren (zoals schijfkwallen, kubuskwallen en anemonen) en andere ribkwallen (zoals het zeedruifje). Al deze geleiachtige soorten voeden zich met verschillende soorten dierlijk plankton zoals kreeftjes, vissenlarven of visseneitjes.

In een recent onderzoek hebben medewerkers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee onderzocht of de introductie van de Amerikaanse ribkwal effect heeft gehad op de soorten samenstelling van de andere geleiachtige dieren in de westelijke Waddenzee. Voor dit onderzoek zijn historische gegevens voor de introductie verzameld (1980-1983), en deze zijn vergeleken werden met gegevens na de introductie van de Amerikaanse ribkwal (2009-2012).

 

Predatiedruk

De predatie druk van alle geleiachtige dieren was laag in de periode tussen 1980 en 1983. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een wanverhouding tussen prooi en predator: op het moment dat het aantal individuen piekt, was de voedselbeschikbaarheid laag. Na de introductie van de Amerikaanse ribkwal is de totale predatiedruk van geleiachtige dieren in de westelijke Waddenzee toegenomen.

De geïntroduceerde soort heeft het grootste aandeel in de predatie van deze dieren. De Amerikaanse ribkwal is voornamelijk actief in de nazomer en herfst, een periode waarin de aantallen van de overige geleiachtige dieren laag is. Het is dus niet zozeer dat de Amerikaanse ribkwal in competitie is met andere soorten zoals het zeedruifje, de Amerikaanse ribkwal heeft in het pelagische ecosysteem van de Waddenzee een beschikbare niche gevonden. Door hiervan gebruik te maken, heeft de nieuwe soort snel een gezonde populatie kunnen ontwikkelen.

 

llustraties

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting inclusief toelichting

 

Bronnen

Van Walraven, Lodewijk, et al. “Species composition and predation pressure of the gelatinous zooplankton community in the western Dutch Wadden Sea before and after the invasion of the ctenophore Mnemiopsis leidyi A. Agassiz, 1865.” (2017).