Ga met ons mee op excursie
Maak een verschil voor het waddengebied met je bedrijf, vrienden of familie!
Home Waddengebied Lange afstandsvliegers
Als de zomerdagen voorbij zijn, de bladeren geel en rood kleuren en de temperatuur daalt, dan beginnen wadvogels aan een lange reis. Ze verplaatsen zich naar overwinteringsgebieden en moeten voordat ze aan hun grote vliegtocht beginnen, genoeg eten om de reis te overleven. In het voorjaar, als de lammetjes op de dijk staan en de dagen weer langer worden, komen ze teruggevlogen. Andere vogels komen juist voor een winter op de wadden en vertrekken in het voorjaar naar hun broedgebieden in het hoge noorden. Aan de rand van het wad zul je dan ook je ogen uitkijken. Zoveel vogels. De reis die de vogels afleggen, heen en terug, wordt de vogeltrek genoemd.
Ieder voor- en najaar bezoeken miljoenen trekvogels de Waddenzee. Vogels die in het noorden broeden, komen in de nazomer naar het Waddengebied. Een deel van deze groep vogels overwintert ook op het wad, het andere deel trekt verder naar het zuiden waar het lekker warm is.
In het vroege voorjaar vindt de trek in tegengestelde richting plaats en is de tocht gericht op het vinden van geschikte broedgebieden en het leggen van eieren. Deze route, waarlangs miljoenen wadvogels trekken, is één van de tien grote vogeltrekroutes in de wereld en wordt de Oost-Atlantische trekroute genoemd.
Aan de Oost-Atlantische trekroute liggen meerdere gebieden die van belang zijn voor wadvogels: de Bijagòs Archipel en Banc d’Arguin aan de West-Afrikaanse kust, het Franse getijdengebied, het Waddengebied van Nederland, Duitsland en Denemarken, Zuidwest IJsland en de Arctische toendra in het noorden van Canada, Scandinavië en Siberië.
Download hieronder de trekvogelposter met een overzicht van de belangrijkste watervogelsoorten die in de loop van een jaar tijdelijk in het Waddengebied verblijven, tijdens hun tocht langs de Oost-Atlantische trekroute.
Honderdduizenden wadvogels brengen hun winter door op de Banc d’Arguin en in de Bijagòs Archipel, maar er zijn ook vogelsoorten die nog verder naar het zuiden vliegen en zelfs in Zuid-Afrika overwinteren.
Als de trektocht naar het noorden begint is één van de eerste rustpunten de Banc d’Arguin. Dit is een beschermd natuurgebied aan de kust van Mauritanië. Dit gebied is zo groot als Friesland, Groningen en Drenthe samen. Wanneer de vogels weer een beetje zijn bijgekomen en de reis weer wordt voortgezet, komen ze nog een paar ‘noodhaltes’ tegen aan de kust van Frankrijk. Deze worden gebruikt in geval van nood. Bijvoorbeeld: wanneer de vogels tijdens de trek veel tegenwind hebben gehad en te moe zijn om in één keer door te vliegen naar de Waddenzee.
Na de Franse kust is het waddengebied de volgende stop. Tijdens de trek kunnen vogels hier bijkomen en hun vetvoorraad aanvullen. Een deel van de vogels trekt hierna ook nog naar de Arctische gebieden.
De vogels die Groenland en Noord-Canada tot doel hebben, stoppen tussendoor nog in IJsland om op te vetten voordat de eieren gelegd gaan worden. De andere vogelsoorten die de lange trektocht hebben gemaakt, zoals meeuwen, sterns, eenden, steltlopers en lepelaars kiezen ervoor om te gaan broeden in het waddengebied.
Het onbewoonde eiland Griend is een belangrijke plek voor de (broedende) vogels. Griend ligt ongeveer halverwege tussen Terschelling en Harlingen en wordt beschermd dankzij de Natuurbeschermingswet, omdat het zo’n unieke plek is voor veel vogelsoorten. Bovendien ligt het eiland in de buurt van de wadplaat Grienderwaard. Deze wadplaat is ongeveer achtduizend hectare groot en bij laagwater rijk aan voedsel voor vogels.
Als het vloed wordt, trekken de vogels met hun volle buikjes naar Griend waar ze veilig kunnen rusten tot het weer laagwater wordt. Naast de hoeveelheid voedsel is er nog een reden dat Griend zo belangrijk is voor de vogels: er zijn geen mensen. Het eiland is onbewoond en er zijn geen roofdieren zoals de vos. Dit maakt het eiland een belangrijke rustplaats en ook een veilig broedgebied.
We kunnen wel zeggen dat de Waddenzee een onmisbaar station is op de vogeltrekroute: de vogels vinden er hun rust en het voedsel dat ze nodig hebben. Maar tijdens hun lange reis, komen de vogels heel wat gevaren tegen.
Trekvogels oriënteren zich op de stand van de zon bij daglicht. ’s Nachts vinden ze de weg via de stand van de sterren, die je alleen goed kunt zien als het aardedonker is. Vogels raken dan ook behoorlijk in de war van kunstmatige verlichting in de nacht. Olieplatforms op zee zijn bijvoorbeeld erg gevaarlijk. Trekkende vogels blijven soms lang rondom het platform vliegen, als ze de weg kwijt zijn en raken dan dodelijk vermoeid.
Ook vervuiling van de natuur vormt een grote bedreiging voor de vogels. De vervuiling wordt veroorzaakt door de scheepvaart en industrie die hun afval in zee dumpen. Dit heeft tot gevolg dat veel zeevogels sterven door verstikking in plastic, verstrikking in netten, besmeuring met olie of vergiftiging. Het is dus van groot belang dat we ons afval opruimen als we op het strand zijn. En dan vallen er nog heel veel vogels ten prooi aan jagers, bijvoorbeeld op Malta.
Hoe is het mogelijk dat die talloze vogels weten wanneer ze moeten vertrekken en waar ze naartoe moeten vliegen? Dat wordt al sinds de oudheid onderzocht, maar nog steeds is veel onduidelijk.
Duidelijk is wel dat vogels zich oriënteren op de stand van de zon (overdag) en de stand van de sterren (in de nacht), maar ook op rivieren en de weerkaatsing van het licht op het water. Het licht en de stand van de sterren vormen als het ware een kompas voor de vogels. Tot op de dag van vandaag houden wetenschappers zich bezig met de details van de vogeltrek. Op de website van de Natuurkalender valt heel veel te lezen over de vogeltrek en het onderzoek naar de manier waarop ze zich oriënteren.
De meeste trekvogels in het voorjaar een stuk sneller reizen dan in het najaar? In het voorjaar willen ze zo snel mogelijk in het broedgebied aankomen om een goede broedplaats te bemachtigen. In het najaar hebben de vogels niet zo’n haast en doen ze het een stukje rustiger aan.
Meer dan de helft van alle grote sterns die naar Nederland komen, op Griend een broedplaats zoekt?
Er vogelsoorten zijn die maar drie maanden in Nederland zijn maar wel twee keer de grote reis naar Afrika afleggen? De wielewaal (geen wadvogel) komt begin mei naar Nederland maar begint in augustus alweer aan de duizenden kilometers lange reis naar Afrika.