De wadden en kwelders van Doggerland

door Gerbrand Gaaff

 

Waar nu de Zuidelijke Noordzee ligt, verdween 8200 jaar geleden een eilandenrijk in de golven. Het was een landschap van beboste heuvels, graslanden, kwelders en wadden. Ooit was het er goed toeven voor de mensen uit de Midden-Steentijd. Dit alles weten we uit archeologische en paleontologische vondsten en seismisch onderzoek in het kader van de mijnbouw. Onderzoekers van de Universiteit van Bradford zullen het gebied in de komende jaren verder in kaart brengen met behulp van de modernste geologische onderzoekstechnieken.

 

Na het koudst van de laatste ijstijd heeft het zuiden van de Noordzee nog lange tijd droog gelegen als gevolg van de lage zeespiegel. Je kon in dit gebied van Noord-Duitsland naar Engeland lopen. Dit nu verdronken gebied wordt tegenwoordig ‘Doggerland’ genoemd, naar de huidige Doggersbank.

 

Klimaatverandering

Tussen 10.000 en 8000 jaar geleden is het klimaat en het landschap van Doggerland snel veranderd. Dat begon met een arctisch steppenlandschap, zoals we dat nu kennen van Noord-Scandinavië. Rendierkuddes migreerden er van zomer- naar winterweiden, begeleid door Paleolithische nomaden. Maar het klimaat werd snel milder, zodat de hoger gelegen gronden in het gebied rond 8800 jaar geleden begroeid raakten met loofbossen. Tegen die tijd was de voorloper van het huidige Kanaal een langgerekt estuarium van het Rijn-Theems-stelsel, en ook ten oosten en westen van de Doggerheuvels lagen grote estuaria. Bodemkundig en seismisch onderzoek laten zien dat er in deze estuaria indrukwekkende getijdengebieden en kwelderlandschappen moeten hebben gelegen.

 

Doggerlanders

De periode rond 8800 jaar geleden valt in het Mesolithicum. De meeste vondsten uit deze periode komen uit de kuststreken. Ze laten ons zien dat de Doggerlanders mensen waren die in nederzettingen woonden. Ze verzamelden wilde groenten en vruchten en waren actief in de jacht en visserij. Hoewel er nog geen duidelijke archeologische bewijzen voor zijn gevonden is het aannemelijk dat ze zich ook hebben gevoed met eetbare kwelderplanten en verzamelde schelpdieren. De wetenschappers nemen aan dat het voor deze mensen een rijk leven geweest moet zijn, vanwege de grote hoeveelheden natuurlijk voedsel in het laagland.

 

Doggerarchipel

Rond 8500 jaar geleden was de zeespiegel zo sterk gestegen dat het Kanaal en  de Outer Silver Pit (nu een diepte ten zuiden van de Doggersbank) waren doorgebroken. De grote estuaria waren daarmee verdwenen, zodat het areaal wad en kwelder veel kleiner was geworden.

De Doggerheuvels waren eilanden geworden. Ook andere huidige ondieptes in de Noordzee, zoals de Klaverbank en de Bruine Bank, zijn een tijd lang nog eilanden van de ‘Doggerarchipel’ geweest. Er zijn archeologische aanwijzingen dat de Mesolithische mens in deze tijd al over zee kon reizen. De archeologen nemen aan dat de archipel dus bewoond was. Het was nog steeds een tijd van rijke natuurschatten. Waarschijnlijk legden de bewoners zich meer toe op de visserij dan in de periode er voor.

 

De laatste meters

8300 jaar geleden was de zeespiegel zo ver gestegen dat de hoogst gelegen delen van de Doggerarchipel nog maar enkele meters boven de zee uitstaken. Terpen- en dijkenbouw was nog niet bekend. Overstromingen maakten het leven steeds minder aangenaam. De archeologen nemen daarom aan dat de eilanden rond deze tijd dunbevolkt of zelfs verlaten waren.

 

Het einde

In de Noorse Zee vertoont de aardkorst een grote scheur: de Storegga-breuk. 8200 jaar geleden kwam die scheur in beweging. Dat had een enorme onderzeese aardverschuiving tot gevolg. Die veroorzaakte een tsunami die zich verspreidde over het hele Noord-Atlantische gebied. De Shetlandeilanden werden getroffen door een vloedgolf van 15 meter hoog. In Schotland zijn bodemsporen gevonden die erop wijzen dat de golf tot 80 kilometer landinwaarts heeft kunnen komen. Ter hoogte van de Doggerarchipel had de vloedgolf een hoogte van ongeveer vijf meter. Dat betekent dat de eilanden tijdens de ramp kopje onder zijn gegaan. Omdat zo’n tsunami veel bodemmateriaal verplaatst, nemen wetenschappers aan dat de Storegga-tsunami het definitieve einde betekende van de Doggerarchipel.

 

Echt karteren

Mede  door publicaties van het onderzoeksteam onder leiding van archeoloog Vince Gaffney van de Universiteit van Bradford is vooral in Engeland de belangstelling voor de geschiedenis van Doggerland sterk toegenomen. Maar er zijn maar weinig archeologische vondsten in het Doggergebied zelf. Dat is de motivatie om de paleogeografische reconstructie van het gebied nu eens echt goed, en gericht op potentiële archeologische vindplaatsen, uit te voeren. Onlangs is het geld vrij gekomen voor een uitgebreid programma met inzet van de meest nauwkeurige vorm van zeebodemonderzoek: 4D-seismiek.

 

Bronnen:

Laura Spinney (2015): Searching for Doggerland. National Geographic, October 2015. Web: http://ngm.nationalgeographic.com/2012/12/doggerland/spinney-text

 

Vincent Gaffney, Kenneth Thomson, Simon Fitch (eds, 2007): Mapping Doggerland, the mesolothic landscapes of the Southern North Sea. English Heritage. web: https://www.academia.edu/2480682/Mapping_Doggerland_the_Mesolithic_Landscapes_of_the_Southern_North_Sea