Olievogels

De stuitklier

Het onderhouden van zijn veren doet de vogel met zijn snavel en stuitklier. De stuitklier is een klein orgaan, net boven de staart van de vogel, welke vet produceert als de vogel er met zijn snavel tegenaan wrijft. Het vet op zijn snavel smeert de vogel vervolgens over zijn veren, om ze in goede conditie te houden. Dus zie je een watervogel zichzelf poetsen, dan weet je nu dat hij zichzelf ‘waterdicht’ maakt!

 

Olie

Soms komt er olie in de Waddenzee terecht doordat het uit een schip lekt of geloosd wordt op zee. Het vettige laagje op de veren verliest zijn werking als het in contact komt met olie. De olie plakt de veren van vogels aan elkaar, waardoor het water waar de vogel in zwemt tot op de huid kan doordringen. Meestal raakt een vogel daardoor onderkoelt. Ook drijven en duiken met besmeurde veren gaat niet meer.

 

Aalscholver

Het verenkleed van de aalscholver is een stuk minder vettig dan van andere watervogels. De aalscholver duikt het water in op zoek naar paling, brasem of een andere vis om op te eten. Door het ontbreken van een dikke waterafstotende laag kan hij dieper duiken en langer onder water blijven. Na het vissen moet hij zijn verenkleed op laten drogen. Je ziet aalscholvers dan ook vaak met gespreide vleugels op een steiger of paal zitten.

 

Meer Wadden:

>> De Waddenzee is voor veel vogels een belangrijke plek. Ook voor trekvogels. Hier lees je alles over de vogeltrek.
>> Eén van de vogels met een stuitklier is de eidereend. Lees hier meer over de eidereend.
>> Wil jij elke maand het laatste waddennieuws in je mailbox, klik dan hier.