4 februari 2016 Gerestaureerde kwelders lijken net echt Door Tim van OijenVoor kwelders op Terschelling en Ameland zijn in de jaren negentig stortstenen dammetjes aangelegd om de erosie ervan tegen te gaan. Het werd een succes: achter de dammetjes herstelden de kwelders zich verassend snel. Goed nieuws voor de kustverdediging, èn voor de natuurontwikkeling. Onderzoek toont namelijk aan dat de vegetatie er vrijwel identiek is aan die van natuurlijke kwelders elders in het waddengebied. Kwelders gebruiken in de kustverdediging is hot. Steeds vaker wordt de kust een stukje teruggelegd (managed realignment) om zo kweldervorming te faciliteren. Bij een almaar stijgende zeespiegel kunnen de kwelders met hun golfdempende werking een onmisbare verdedigingslinie bij stormen zijn. De natuurwaarde van deze ‘nieuwe’ kwelders wordt echter betwist. Uit onderzoek is gebleken dat de vegetatie vaak anders is dan die van natuurlijke kwelders. Met dat in het achterhoofd onderzochten wetenschappers van de Universiteit Wageningen, Alterra en Natuurmuseum Nijmegen of het plaatsen van stortstenen dammetjes wèl tot een natuurlijk resultaat leidt. Dammetjes Het onderzoek werd gedaan bij de kwelders Grië op Terschelling en Neerlands Reid op Ameland. De dam voor de kwelder van Grië is in 1991 aangelegd. Hij is zestig meter breed en wordt onderbroken door vijf openingen. De dam ligt aan de oostzijde ook los, zodat ook daar water kan passeren. Het dammetje bij Neerlands Reid dateert uit 1998 en is slechts 10 meter breed. Op beide locaties zijn de dammen ongeveer een meter hoog. Voor het onderzoek is op gezette afstanden de vegetatie achter de dammen in kaart gebracht. Op elk monsterpunt werd een cirkel met een oppervlakte van vier vierkante meter afgepaald. Daarbinnen werd van elke aangetroffen soort het bedekkingspercentage geschat. De soortensamenstelling van de herstelde kwelders werd vervolgens vergeleken met een referentieset waarin de gegevens – verzameld sinds 1979 – van een groot aantal natuurlijke kwelders in het waddengebied zijn verwerkt. Een kanttekening bij deze referentieset is dat hij ook vegetatieopnamen bevat uit vastelandskwelders waar rijshouten dammen aan de kwelderontwikkeling hebben bijgedragen. Puur natuur zijn die kwelders dus niet, maar, zo redeneren de wetenschappers, ook dit type wordt onder Natura 2000-wetgeving beschermd. Dus als het daar op lijkt, dan is het goed. Uit het onderzoek bleek dat de vegetatie op de kwelders bij Grië en Neerlands Reid sterk overeen kwam met die van kwelders waaraan niet was gesleuteld. Van de 37 meest voorkomende soorten verschilde van 23 soorten de bedekking minder dan 50%. Karakteristieke soorten als zeekraal (Salicornia europaea), gewoon kweldergras (Puccinellia maritima), schorrenkruid (Suaeda maritima) en zulte (Aster tripolium) waren achter de dammen en op natuurlijke kwelders in vergelijkbare aantallen aanwezig. De soorten die op een natuurlijke kwelder wel veel voorkomen (>5%) maar op de onderzoeklocaties dun gezaaid waren, waren Deens lepelblad (Cochlearia danica), riet (Phragmites australis), zeerus (Juncus maritimus) en fraai duizendguldenkruid (Centaurium pulchellum). De lage aantallen van deze soorten kunnen worden verklaard door het feit dat de successie, de opeenvolging van soorten, tientallen jaren kan duren voordat een eindstadium wordt bereikt. Sommige soorten moeten hun plekje nog claimen. De onderzoekers bevelen aan de kwelders achter de dammetjes nog voor langere tijd te volgen. Ook adviseren ze om onderzoek te doen aan soortensamenstelling van de (bodem)dieren en die te vergelijken met andere kweldergebieden. Ontpolderingen Stortstenen dammen zijn nou niet bepaald een natuurlijke manier van kwelderherstel. Natuurbeheerders zouden eerder voor rijsdammen kiezen. De opdrachtgevers voor de stenen dammen bij Grië en Neerlands Reid wilden echter een duurzame, onderhoudsarme oplossing hebben voor de kweldererosie om zo de dreiging van afslag en overstroming voor lange tijd weg te nemen. Die waterveiligheid was dus het oorspronkelijke doel van de dammetjes. Dat de kweldervegetatie een snel en natuurlijk herstel vertoonde, was een aangename bijkomstigheid. En toch ook wel een verrassende, want het was een behoorlijk passieve ingreep: er werd niets aangeplant; er werden enkel de condities gecreëerd waaronder kwelderontwikkeling optreedt.Waar bij managed realignment is geconstateerd dat de kweldervegetatie niet natuurlijk was, is dat bij de stortstenen dammetjes dus wel het geval. Het grote verschil is dat bij ontpolderingen sprake is van ondergelopen agrarische grond die een totaal andere bodemsamenstelling heeft. Ook is de hoogteligging anders, vaak hoger, dan die van een natuurlijke kwelder. Daarom kan het daar veel langer duren voordat een kwelder weer een natuurlijke vorm bereikt. Bron Van Loon-Steensma, J.M., H.F. Van Dobben, P.A. Slim, H.P.J. Huiskes en G.M. Dirkse (2015). Does vegetation in restored salt marshes equal naturally developed vegetation? Applied Vegetation Science 18, p.674–682.http://www.waddenacademie.nl/wetenschap/wadweten/wadweten-2013/kansen-voor-kwelders/ De foto in de header is van Jantsje van Loon.