30 maart 2012 Scheve verhoudingen Door Romke Kats [PIC2759]Eidereenden maken zich nu klaar om te broeden. De eidereend is een kenmerkende vogel in de Waddenzee. Zijn dieet bestaat uit schelpdieren. Het liefst eet hij mosselen, maar daar zijn er niet altijd genoeg van. Internationaal onderzoek in de Waddenzee en de Oostzee laat zien dat het niet goed gaat met de broedende eidereenden in Nederland en de Oostzee. In de Waddenzee zijn twee verschillende subpopulaties eidereenden aanwezig, namelijk lokale broedvogels en overwinteraars uit de Oostzee. In de Waddenzee broeden eidereenden in kolonies op de eilanden. Ze zijn voor hun voeding afhankelijk van droogvallende mosselbanken op de vlakbij gelegen platen. Daarnaast eten ze kokkels en mesheften. In het voorjaar worden eidereenden baltsend bij de eilanden waargenomen (www.youtube.com/watch?v=L1DN03AHMYI). Een deel van de broedvogels uit de Oostzee komt naar Nederland om te overwinteren in de westelijke Waddenzee en doet zich te goed aan de onderwater gelegen of sublitorale mosselen. Sinds 1991 worden de ontwikkelingen in deze gehele Oostzee/Waddenzee populatie gevolgd en worden tellingen internationaal afgestemd. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van gegevens uit de monitoring van de aantallen broedvogels en overwinteraars in het kader van Natura 2000. Afname broedvogels De totale broedvogelpopulatie in de Oostzee en Waddenzee was in de periode 1991-2000 stabiel. Het overgrote deel van de ruim 500.000 broedparen broedde in Zweden en Finland, in de Oostzee. Recente gegevens uit 2009 laten een dramatische aantalsafname zien van 48% in de gehele populatie. De afname in de internationale Waddenzee van 9.000 broedparen in 2000 tot ruim 4.500 in 2009 is volledig toe te schrijven aan de afname in het Nederlandse deel. De populatie broedvogels in Duitsland bleef constant rond de 1.000 broedparen. In zowel de Oostzee als de Waddenzee wordt de afname verklaard door de lage aantallen broedende vrouwtjes. Dit kan veroorzaakt worden doordat verhoogde sterfte onder vrouwen is opgetreden of aanwas van nieuwe vrouwtjes in de populatie onvoldoende is. Daarnaast slaan vrouwtjes in sommige jaren het broeden zelfs helemaal over als de omstandigheden ongunstig zijn in de aanloop naar het broedseizoen. Overeenkomst is wel dat bij beide sprake is van een laag aandeel vrouwen in de populatie en lage reproductie. De verklaringen voor de achterliggende oorzaken in beide populaties zijn echter verschillend. Van het nest geplukt In de Oostzee wordt in de winter op eidereenden gejaagd. Uit de statistieken van de jacht blijkt dat het aandeel vrouwen daar sinds 1982 is afgenomen van 45% tot 25% in 2009. In een gezonde populatie is het aandeel vrouwen en mannen ongeveer gelijk (1:1). Voor iedere vrouw zijn er nu echter drie mannen beschikbaar. Het is niet aannemelijk dat selectieve jacht op vrouwtjes plaatsvindt. De onderzoekers schrijven de afname toe aan predatie en de uitbraak van ziektes. Tijdens het broeden worden de vrouwtjes gegeten door landroofdieren. Het herstel en de toename van de populatie zeearenden in de Oostzee speelt daarnaast ook een grote rol. Opmerkelijk is dat zeearenden al vliegend de vrouwtjes van het nest pakken. De laatste decennia zijn regelmatig ziektes uitgebroken in de kolonies, waardoor massaterfte alleen onder broedende vrouwen is opgetreden. Mannen hebben de dans ontsprongen, want na de eileg verlaten ze de broedgebieden. Gevolg is dat de legsels verloren gaan. Hierdoor neemt de productie van jongen af en is de aanwas van jonge vrouwen lager. De langdurige afname van het aandeel jonge vogels in de populatie ondersteunt dit beeld. Het overslaan van broeden treedt op na strenge winters. Voedsel is dan minder toegankelijk en langduriger onbereikbaar door ijsvorming waardoor de vrouwtjes geen optimale voorbereiding hebben voor het broedseizoen. Minder vrouwtjes komen dan tot broeden met een lage reproductie en aanwas tot gevolg. [PIC2760]Herstel mosselbanken bij Rottum Ook in Nederland is een scheve verhouding tussen de sexen en geringe jongen productie waargenomen. Tellingen voorafgaand aan broeden rond de eilanden Vlieland en Schiermonnikoog laten zien dat ook hier de verhouding tussen de sexen al jaren verstoord is met voor iedere vrouw twee tot drie mannen. De kuikentellingen in Nederland bevestigen verder dat de productie van jongen en dus de aanwas van vrouwtjes laag is. Onderzoek aan de kolonie op Vlieland heeft aangetoond dat vrouwtjes in sommige jaren inderdaad niet tot broeden komen en het broeden overslaan. Dit wordt veroorzaakt doordat onvoldoende voedsel bij de kolonies beschikbaar is. Tot halverwege de jaren negentig werd het grootste deel van de Nederlandse populatie eidereenden op de eilanden in de westelijke Waddenzee aangetroffen. Sindsdien nemen vooral deze kolonies af. Het ontbreken van droogvallende mosselbanken in dit deel van de Waddenzee speelt hierbij een grote rol. In de oostelijk Waddenzee zijn de kolonies gegroeid, vooral op Rottum. Hier hebben de mosselbanken zich hersteld en opnieuw weten te vestigen. De omstandigheden voor broedende vrouwen en opgroeiende kuikens zijn hiermee verbeterd. Sinds het begin van de jaren negentig is het gebied bij Rottum gesloten voor de mechanische schelpdiervisserij. Het laat zien dat deze vorm van beheer een positieve bijdrage heeft geleverd aan de hervestiging van mosselbanken waarvan de mosseletende eidereenden hebben geprofiteerd. Bron Boele, A., J. Van Bruggen, A.J. Van Dijk, F. Hustings, J.-W. Vergeer & C.L. Plate 2011. Broedvogels in Nederland in 2009. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.Boele, A., J. Van Bruggen, A.J. Van Dijk, F. Hustings, J.W. Vergeer, L. Ballering & C.L. Plate 2012. Broedvogels in Nederland in 2010. SOVON-monitoringrapport 2012/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.Desholm, M., Christensen, T.K., Scheiffart, G., Hario, M., Anderson, Å., Ens, B., Camphysen C.J., Nilsson, L., Waltho, C.M., Lorentsen, S.-H., Kuresoo, A., Kats, R.K.H., Fleet, D.M. & Fox, A.D. 2002. Status of the Baltic/Wadden Sea population of the Common Eider Somateria mollissima.—Wildfowl 53: 167–203.Ekroos, J., A.D. Fox, T.K. Christensen, I.K. Petersen, M. Kilpi, J.E. Jónsson, M. Green, K. Laursen, A. Cervencl, P. de Boer, L. Nilsson,W. Meissner, S. Garthe & Markus Öst 2012. Declines amongst breeding Eider Somateria mollissima numbers in the Baltic/Wadden Sea flyway. Ornis Fennica 89.Kats, R.K.H. 2007. Common Eiders Somateria mollissima in the Netherlands: the rise and fall of breeding and wintering populations in relation to stocks of shellfish. Alterra Scientific Contributions 19. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. http://www.waddenacademie.nl/Common_Eiders_Somateria_mollis.336.0.htmlLehikoinen, A., M. Kilpi & M. Öst 2006. Winter climate affects subsequent breeding success of common eiders. Global Change Biology 12: 1355–1365.