27 januari 2012 Buitendelta: laatste halte voor sediment Door Romke Kats Het waddenzeegebied is een dynamisch gebied. Altijd al geweest. Via de zeegaten tussen de Waddeneilanden stroomt op het ritme van het getij water de Waddenzee in en uit. De Waddenzee verdrinkt (nog) niet doordat hierbij voldoende zand uit de Noordzeekustzone wordt aangevoerd. Sedimentologen laten zien dat het vermogen van de Waddenzee om mee te groeien met de zeespiegelstijging in de toekomst afhankelijk is van de zandvoorraad in de buitendelta. Maar wat is een buitendelta? De gehele internationale Waddenzee bestaat uit 39 kombergingsgebieden, waarvan 10 in Nederland. Een kombergingsgebied omvat een deel van de Noordzeekustzone en het achterliggende getijbekken in de Waddenzee. Dit getijbekken bestaat uit een stelsel van geulen en platen en wordt aan beide kanten begrensd door een wantij. Tussen de koppen van twee eilanden ligt een zeegat of zeestraat. Dit is de verbinding tussen de open zee en het half afgesloten getijbekken. Tweemaal daags stroomt via het zeegat en het achterliggende geulenstelsel water het getijbekken binnen. Bij vloed staan de ondiepe wadplaten onder water. Tijdens eb gebeurt het omgekeerde. Door de geulen stroomt het water via het zeegat weer terug de Noordzee in. Het wad valt geleidelijk droog en worden de wadplaten en de vertakkingen van het geulenstelsel weer zichtbaar. [PIC2550] Buitendelta [PIC2551]Aan de Noordzeekant van een zeegat bevindt zich een zandige ondiepte, de buitendelta of eb-getijde delta. Deze strekt zich uit tot de 20 meter dieptelijn, die ongeveer 10 kilometer uit de kust ligt. Deze buitendelta wordt, eigenlijk net als het getijbekken in de Waddenzee, gekenmerkt door een geulenstelsel. In of rond het zeegat kan een droogvallende zandplaat worden aangetroffen, zoals de Razende Bol. De buitendelta ligt in de Noordzeekustzone aan het einde van een diepe geul uit de Waddenzee. Deze geul is ebgedomineerd, oftewel de stroomsnelheid tijdens eb is groter dan tijdens vloed. Aan beide zijden van de buitendelta en langs de eilandkoppen liggen twee ondiepe en vloedgedomineerde geulen, waarin de stroomsnelheid tijdens vloed juist groter is dan tijdens eb. Via het zeegat wordt sediment uitgewisseld tussen de buitendelta in Noordzeekustzone en de Waddenzee. In de buitendelta ontstaat een ondiepte doordat de stroming door het zeegat en langs de kust botsen. Hierdoor ontstaat een gebied met een lage stroomsnelheid. De omstandigheden zijn gunstig voor de sedimentatie van zand. Deze ophoping van zand voor de ingang van het zeegat tussen de eilandkoppen vormt de buitendelta met een onderwater geulenstelsel. Er kan zich zelfs een hoge en droogvallende zandplaat vormen. Onder invloed van wind en golven kan zo’n plaat in honderden jaren tijd geleidelijk met de stroomrichting mee tegen een eiland aanlopen, zoals de Razende Bol bij Texel doet. Zandhonger De Waddenzee is als gevolg van de zeespiegelstijging een sedimentimporterend systeem (zie Sedimentatie en zeespiegelstijging op ). Dit fenomeen wordt zandhonger genoemd. Hierdoor heeft de Waddenzee de stijging weten te volgen en is daarom (nog) niet verdronken. Sediment uit de Noordzee wordt losgewoeld van de bodem (erosie) en getransporteerd in de richting van de overheersende stroomrichting om in de Waddenzee weer afgezet te worden (sedimentatie). Dit transport vindt zowel zwevend in het water als rollend over de bodem plaats. Deze processen dragen bij aan de vorming van de eilanden en het ophogen van de Waddenzee. Naast zeespiegelstijging draagt ook bodemdaling bij aan de zandhonger. Bodemdaling vindt plaats door inklinking van sedimentlagen, de kanteling van Nederland en door de winning van gas en zout. [PIC2552]Zandvoorraad Wetenschappers hebben vastgesteld dat de buitendelta’s een cruciale rol spelen bij de sedimenthuishouding in de Waddenzee. De zandhonger wordt namelijk gestild door de aanvoer van zand uit de ondiepe buitendelta. Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 is de sedimenthuishouding van de drie kombergingsgebieden (Marsdiep, Eierlandse Gat en Vliestroom) in de westelijke Waddenzee ontregeld. Het Marsdiep is nog steeds bezig haar evenwicht te vinden. De duur van het herstel wordt geschat op meer dan honderd jaar. De verhouding tussen geulen en platen is voor het Marsdiep niet meer in balans, en het areaal kwelders is te klein. Inmiddels is duidelijk dat de wadplaten groter en de geulen smaller en ondieper zijn geworden. Dit is mogelijk doordat extra zand is geïmporteerd en afgezet. Dit zand is afkomstig uit de steeds kleiner worden buitendelta van het Marsdiep. De buitendelta´s leveren dus een belangrijke bijdrage aan de kustveiligheid, zolang de voorraad zand dat toelaat. Bronnen Deze WadWeten is gebaseerd op presentaties en persoonlijke communicatie met wetenschappers tijdens de Oogstdag van het Deltaprogramma Wadden in Leeuwarden op woensdag 18 januari 2012. De afbeelding in de header is afkomstig van de beeldbank van Rijkswaterstaat (zeegat tussen Terschelling en Ameland). Cleveringa, J., Mulder, S. Oost, A., 2004. Kustverdediging van de koppen van de Waddeneilanden. De dynamiek van de kust nabij buitendelta’s en passende maatregelen voor het kustbeheer. Rapport RIKZ/2004.017. Elias, E.P.L., Van der Spek, A.J.F., Wang, Z.B. & De Ronde, J.G. 2012. Morphodynamics of the Dutch Wadden Sea in the last century. Accepted by Netherlands Journal of Geosciences.Oost, A.P., 1995. Dynamics and sedimentary development of the Dutch Wadden Sea with emphasis on the Frisian Inlet; a study of the barrier islands, ebb-tidal deltas and drainage basins. Proefschrift U. Utrecht, Geologica Ultraiectina, 126, 518 pp.Oost, A.P., Ens, B.J., Brinkman, A.G., Dijkema, K.S., Eysink, W.D., Beukema, J.J., Gussinklo, H.J., Verboom, B.M.J. & Verburgh, J.J. 1998. Integrale Bodemdalingsstudie Waddenzee, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., Assen, 372 pp. www.waddenzee.nl/fileadmin/content/Dossiers/Overheid/pdf/Bodemdalingsstudie_rapport.pdf Oost, A.P. & P.A.H. Kleine Punte 2003. Autonome morfologische ontwikkeling westelijke Waddenzee: Een doorkijk naar de toekomst. Rapport RIKZ/2004.021. http://www.english.verkeerenwaterstaat.nl/kennisplein/uploaded/RIKZ/2005-11/320953/rikz2004021.pdf RIKZ 2004. Nieuwe inzichten in de voorspelbaarheid van het waddensysteem. Bodemdalingstudie Bijlage 1.2. www.waddenzee.nl/fileadmin/content/Dossiers/Overheid/pdf/Bodemdalingstudie_bijlage1-2.pdf Wang, Z.B. et al 2012. Wat weten we van de effecten van klimaatverandering in het Waddengebied? Presentatie tijdens Oogstdag van het Deltaprogramma Waddengebied 18 januari 2012 in Leeuwarden.