Sedimenttekort?

Door: Tim van Oijen

[PIC2007]Aan het begin van het voorjaar is vanaf de dijk bij Zwarte Haan goed te zien hoeveel slib er in de winter op de kwelders is neergedaald. De planten worden er zelfs tijdelijk mee bedekt. In een Deens kweldergebied zijn de afgelopen decennia de kwelders echter minder snel aangegroeid dan werd verwacht. Komt hiermee de bewering dat het voorlopig wel goed zit met de sedimentaanvoer naar de Waddenzee op losse schroeven te staan?

 

In de WadWeten ‘Meestijgen of verzuipen‘ werd een onderzoek behandeld naar de kwelderaangroei op het schiereiland Skallingen in het Deense deel van de Waddenzee. Wetenschappers beschreven met een eenvoudig model hoe de kwelders met de zeespiegelstijging mee kunnen stijgen doordat slib door de kwelderplanten wordt vastgehouden. Een recentelijk verschenen studie neemt het gebied opnieuw onder de loep.

 

[PIC2006]Radioactiviteit als merker

In het onderzoek wordt de sedimentatie op de kwelder in twee perioden met elkaar vergeleken: 1963-1986 en 1986-2003. Er werden met een grondboor bodemmonsters genomen op een tiental plekken. In de boorkernen konden de wetenschappers de twee periodes onderscheiden omdat zowel in 1963 als in 1986 radioactief materiaal in het sediment terecht is gekomen. In 1963 werden proeven gedaan met nucleaire wapens; in 1986 vond de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl plaats. Beide gebeurtenissen waren in de kwelderbodem terug te vinden als een laagje met een verhoogde hoeveelheid radioactief Cesium, 137Cs. De figuur hiernaast geeft een voorbeeld van de hoeveelheid straling in een van de onderzochte bodemmonsters. Uit de figuur is af te lezen dat deze plek tussen 1963 (waar de onderste stralingspiek zit) en 2003 (toen de kwelder werd bemonsterd) ongeveer 10 cm sediment is opgehoogd.

 

Meer overstromingen maar minder sedimentatie

De sedimentatie op de kwelder bleek de gemiddelde zeespiegelstijging van 2.2 mm per jaar goed bij te kunnen houden. De sedimentatiesnelheid was echter op de meeste plekken lager in de periode 1986-2003 dan in de periode 1963-1986. Dat is opmerkelijk, want uit metingen van de waterstand bleek dat de kwelders ongeveer 11% vaker zijn overstroomd. Op basis hiervan hadden de wetenschappers verwacht dat er juist meer deeltjes zouden zijn bezonken. Ze concluderen dat het goed mogelijk is dat de concentratie deeltjes in het water is afgenomen.

 

In elk geval is de aanname van veel sedimentatiemodellen dat de huidige aanvoer van zand en slib hetzelfde doorgaat in de toekomst niet zomaar geldig. Bovendien zou een snelle zeespiegelstijging de morfologie van het aangrenzende waddengebied kunnen veranderen. De wadplaten zouden onder water kunnen verdwijnen. Dit kan grote consequenties hebben voor de aanvoer van sediment naar de kwelders. De auteurs waarschuwen er voor dat de waargenomen trends alleen lokaal geldig zijn. Ze zijn dus niet zomaar toe te passen op de kwelders in bijvoorbeeld het Nederlandse deel van het waddengebied. De onderzoekers pleiten er voor om ook hier studies met een vergelijkbare opzet te gaan uitvoeren.

 

Bron

Andersen, T.J., S. Svinth en M. Pejrup (2011). Temporal variation of accumulation rates on a natural salt marsh in the 20th century ? the impact of sea level rise and increased inundation frequency. Marine Geology 279, p.178-187.