Natte voeten tijdens het lopend buffet

De droogvallende wadplaten van de Waddenzee zijn belangrijk voor vele diersoorten. In en op deze platen leven onder andere wormen, schelpdieren en kreeftachtigen die een belangrijke voedselbron vormen voor bijvoorbeeld kustvogels. De verdeling van deze bodemdieren (benthos) over de Waddenzee is niet hetzelfde van jaar tot jaar. Hoe kun je voorspellen hoe de verdeling van benthos en kustvogels verandert onder invloed van bijvoorbeeld zeespiegelstijging?

 

Relatieve zeespiegelstijging

De Waddenzee en zijn kustzones worden met name bedreigd door relatieve zeespiegelstijging. Wanneer de zeespiegel stijgt of de bodem daalt is het mogelijk dat de wadplaten niet meer droogvallen, want het is nog maar de vraag of sedimentatie de zeespiegelstijging bij kan houden. Relatieve zeespiegelstijging en de maatregelen tegen de effecten daarvan hebben effect op de morfologie, de hydrodynamica en de sedimentsamenstelling van de Waddenzee.

 

SIBES

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) bemonstert sinds 2008 jaarlijks alle droogvallende wadplaten in de Nederlandse Waddenzee met het ‘Synoptic Intertidal Benthic Survey’ (SIBES) project, een van de grootste jaarlijkse bemonsteringsprojecten ter wereld. Op elk monsterpunt wordt een sediment- en een bodemmonster genomen, lopend bij laagtij of vanuit een rubberboot bij hoogtij. Het bodemmonster wordt ter plekke gezeefd en het residu gefixeerd in formaline en meegenomen. In het laboratorium wordt van de sedimentmonsters de korrelgrootteverdeling bepaald. De organismen worden uit de bodemmonsters gezocht en vervolgens geïdentificeerd, gesorteerd, gemeten, geteld, gewogen en verast. Door het asvrije drooggewicht te bepalen is het mogelijk om voedingswaarde de organismen te berekenen.

 

Zee van data

Met de data vanuit het SIBES-project kunnen verspreidingskaarten gemaakt worden van het benthos. Vervolgens kunnen verschillende jaren met elkaar vergeleken worden. Wanneer deze informatie gerelateerd wordt aan de sedimentsamenstelling, saliniteit, droogvalduur of hydrodynamica op de monsterpunten kunnen de mechanismen achter de benthosverspreiding en de veranderingen daarin duidelijk worden. Zo is er voor nonnetjes een positieve relatie tussen biomassa en droogvalduur, en een negatieve relatie tussen biomassa en de golfkracht. De nonnetjes zijn dus talrijk op plekken die niet te lang onder water staan en waar de golven niet zo veel kracht op uitoefenen. De wapenworm en zandzager komen juist veel voor op plekken die iets langer onder water staan, grover sediment hebben en wat meer kracht van de golven ondervinden.

 

Voorspellingen voor de kustvogels

Wanneer je weet wat de belangrijkste prooidieren zijn voor een bepaalde vogelsoort, kan je een inschatting maken van de effecten van de relatieve zeespiegelstijging op die soort. De kanoetstrandloper foerageert bijvoorbeeld voornamelijk op nonnetjes, kokkeltjes en wadslakjes. De biomassa van deze drie soorten neemt af naarmate de droogvalduur van de wadplaten afneemt. De verwachting is daarom dat voedselbeschikbaarheid van de kanoetstrandloper zal afnemen bij relatieve zeespiegelstijging. Voor de scholekster en de rosse grutto zal de biomassa van hun belangrijkste prooidieren ook afnemen, maar van sommige secundaire prooidieren de biomassa juist toenemen. Relatieve zeespiegelstijging kan er daarom toe leiden dat het dieet van de scholekster en de rosse grutto verandert. Daarom is het mogelijk dat er voor deze soorten wel voldoende voedsel beschikbaar blijft in de Waddenzee. Hierbij moet wel in acht worden genomen dat hoewel de biomassa van prooidieren kan variëren, de fourageertijd van de vogels ook af kan nemen bij relatieve zeespiegelstijging.

 

 

Bronnen

Folmer, E.; Dekinga, A.; Holthuijsen, S.; Van der Meer, J.; Mosk, D.; Piersma, T.; van der Veer, H. (2017). Species Distribution Models of Intertidal Benthos : Tools for Assessing the Impact of Physical and Morphological Drivers on Benthos and Birds in the Wadden Sea. NIOZ-rapport, 2017-3. NIOZ: Texel. 114 pp.Deel van: NIOZ-rapport. Netherlands Institute for Sea Research (NIOZ): Den Burg. ISSN 0923-3210 https://www.nioz.nl/en/research/projects/4126-0