Plankton dat plastic vangt en opeet

Door Dennis Mosk

 

Een Amerikaans veldonderzoek heeft aangetoond dat er planktonsoorten zijn, de zogenaamde mantelvisjes, die plastic deeltjes uit het zeewater kunnen invangen. Mantelvisjes maken een huisje van slijm waarmee ze hun voedsel uit het water filteren. Maar dit slijmhuisje is een soort net wat meer dan alleen hun voedsel uit het water vangt.

 

Plastic in zee

Er is de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor het plastic afval in de zee, en hoe dit plastic opgeruimd kan worden. Het overgrote deel van het plastic in zee bestaat uit stukjes die kleiner zijn dan 5 mm. Dit komt doordat plastic bros wordt door de UV-straling in zonlicht en in steeds kleinere stukjes breekt. Doordat die stukjes zo klein zijn is het erg lastig om ze uit het water te filteren met bijvoorbeeld een net.

 

Mantelvisjes

Mantelvisjes (Appendicularia) zijn nauw verwant aan zakpijpen en salpen. Na de roeipootkreeftjes (Copepoda) zijn de mantelvisjes vaak het meest overvloedig aanwezige dierlijk plankton in de zee. Ook in de Waddenzee komen ze veel voor. De mantelvisjes maken een slijmhuisje waarmee ze hun voedsel kunnen vangen. Ze gebruiken hun staart om een stroming door het huisje te creëren zodat ze hun voedsel, plantaardig plankton, uit het water kunnen filteren. Wanneer het slijmhuisje verstopt raakt verlaten ze het en maken een nieuwe. Het oude slijmhuisje zinkt vervolgens naar de zeebodem.

 

Het veldonderzoek

In Monterey Bay in Californië zijn experimenten uitgevoerd met een mantelvisjessoort die een slijmhuis kan maken tot wel een meter in doorsnee (Bathochordaeus stygius). Deze soort leeft op dieptes van 100 tot 300 meter. Een individu kan tot wel 80 liter water per uur filteren. De onderzoekers zochten in totaal 11 levende Bathochordaeus stygius op in het wild met een op afstand bestuurbare duikboot. Zelieten vervolgens een oplossing van plastic deeltjes (0.1 tot 0.6 mm) los zodat de mantelvisjes deze konden vangen. De mantelvisjes bleken alle verschillende groottes van de plastic deeltjes op te vangen in hun slijmhuis. 6 van de 11 mantelvisjes namen plastic deeltjes op in hun spijsverteringskanaal. Een aantal van deze mantelvisjes is gevangen en een tijdje in een aquarium gehouden. Hier bleek dat ze de plastic deeltjes gewoon weer uitpoepten.

Vanuit de waterkolom naar de bodem

Het is dus niet zo dat deze mantelvisjes het plastic verwijderen uit de zee. Wat ze wel doen is het concentreren van plastic in hun ontlasting en slijmhuisjes. De ontlasting en oude slijmhuisjes zinken naar de zeebodem. De aanwezigheid van mantelvisjes kan zo leiden tot de export van plastic deeltjes naar de diepzee. Om precies te begrijpen wat het effect is van het microplastic op het voedselweb zijn nog veel meer gegevens nodig. Maar dit onderzoek geeft wel aan dat mantelvisjes een ideale kandidaat zijn om dit verder te onderzoeken.

Mantelvisjes in de Waddenzee

In de Waddenzee komen 3 soorten mantelvisjes voor, maar die maken veel kleinere slijmhuisjes dan de soort waaraan dit onderzoek is uitgevoerd. In een laboratoriumonderzoek is al bewezen dat een van ‘onze’ soorten (Oikopleura dioica) ook plastic deeltjes kan vangen en eten.

Bekijk ook dit Youtube-filmpje  – The giant larvacean Bathochordaeus

Illustraties

Bathochordaeus stygius – het slijmhuis van het soort mantelvisje waarmee het onderzoek is uitgevoerd. Schaalbalk 2 cm (bron https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bathochordaeus_charon_compared_to_B._stygius.gif

Oikopleura dioica – een mantelvisje uit de Waddenzee. Zonder het slijmhuisje en gekleurd met een rode kleurstof (foto Dennis Mosk)

 

Bronnen

Katija, Kakani, et al. “From the surface to the seafloor: How giant larvaceans transport microplastics into the deep sea.” Science Advances 3.8 (2017): e1700715.

A.W. Bedo, J.L. Acuña, D. Robins, R.P. Harris. “Grazing in the micron and the sub-micron particle size range: The case of Oikopleura dioica (Appendicularia)”. Bull. Mar. Sci. 53, 2–14 (1993).