14 september 2017 Mogelijk erosiegevaar door gravende wormen Door Jessica Schop Ringwormen zijn soms in grote getalen aanwezig in het intergetijdengebied van de Waddenzee. Ze graven een netwerk van gangen in de bodem, waardoor het sediment een andere dynamiek kan krijgen. Zo groeien er minder diatomeeën bovenop het sediment bij aanwezigheid van wormen, waardoor het sneller kan wegspoelen. Tevens kunnen de wormen een negatief effect hebben op het vestigen van pioniervegetatie als zeekraal. De intergetijdengebieden van de Waddenzee zijn erg dynamisch. Pionierende plantensoorten proberen zich hier te vestigen. Eenmaal gevestigd maken ze het intergetijdengebied stabieler. Dit doen ze doordat ze de bodem stevig bij elkaar houden met hun wortels, en doordat ze aangewaaid sediment invangen. Dit kan tot verdere kwelderontwikkeling leiden. Echte pioniersoorten in het waddengebied zijn bijvoorbeeld Engels slijkgras en zeekraal. De aanwezigheid van levende dieren in de bodem van de zee kan ook effecten hebben op de dynamiek van het sediment. Daarnaast bestaan er interacties tussen de vestiging van planten en de aanwezigheid van het benthos. Recentelijk is er een onderzoek gepubliceerd die een relatie vindt tussen de aanwezigheid van wormen in het intergetijdengebied en de vestiging van zeekraal. Experimenten zijn uitgevoerd binnen microkosmossen. Een microkosmos is een mini-ecosysteem waarin biologische processen nagebootst kunnen worden. Voor het experiment hebben onderzoekers een serie transparante buizen gevuld met sediment, waaraan bij de helft wormen toegevoegd waren. De toegevoegde wormen waren verzameld op het Friese wad en waren voornamelijk de ringworm kustpalmborsteltje en soorten uit de Enchytraidea familie, allen familie van de regenworm. Sedimentdynamiek Er werden verschillen opgemerkt in de algenfilm van diatomeeën op het bovenste laagje van het sediment, waarbij in de microkosmos met wormen minder diatomeeën aanwezig waren. Diatomeeën scheiden een substantie uit die het sediment stabiliseert, waardoor het sediment minder snel wegspoelt. In een ecosysteem met veel gravende wormen zal het sediment door de reductie in het aantal diatomeeën waarschijnlijk sneller eroderen. Ook hebben de wormen effect op de zuurstofindringing van het sediment. De wormen graven zich tot ongeveer 12 cm diep in het sediment en verrijken daardoor het sediment met zuurstof. Doordat de wormen met kop naar beneden eten uit een diepere laag, komt hun poep op het sedimentoppervlak terecht. Zo wordt organisch materiaal dat op de toplaag van het sediment ligt wordt ook naar beneden getransporteerd. Op deze wijze verzekeren de wormen zich van hun eigen voedselvoorraad. De wormstaartjes steken boven het sedimentoppervlak uit en nemen via hun staart zuurstof op. Vestiging van zeekraal Zeekraal is een klein plantje dat zich als één van de eerste plantensoorten vestigt op een onbegroeid stuk wad. Het kiemplantje kan na ontkieming zich goed ontwikkelen als het zaadje niet dieper dan 1cm onder het sedimentoppervlak lag. Uit de experimenten blijkt dat als er wormen in de omgeving zijn, de zeekraalzaden tot een centimeter dieper komen te liggen, waardoor deze zich niet verder kunnen ontwikkelen. Ook de plantjes die wel zijn gekiemd, hebben soms last van de wormen. Het sediment en de wortels worden door de dieren zo omgewoeld dat het plantje kan losraken en wegspoelen. De aanwezigheid van de wormen kan dus een negatief effect hebben op de vestiging van zeekraal. llustraties Klik op de afbeelding voor een vergroting inclusief toelichting. Bronnen Regteren, M., Boer, R., Meesters, E. H., & Groot, A. V. (2017). Biogeomorphic impact of oligochaetes (Annelida) on sediment properties and Salicornia spp. seedling establishment. Ecosphere, 8(7).