16 maart 2016 Extra impuls voor de Eems Maak combinaties van verschillende functies binnendijks, schaal de huidige pilots op, richt zo snel mogelijk een Nederlands-Duits samenwerkingsorgaan op en kies bij dijkverbetering voor natuurvriendelijke bekleding. Het zijn voorbeelden van adviezen die gegeven werden tijdens de Benen-op-tafel-sessie Natuurversterking Eems. Op uitnodiging van de Waddenvereniging en adviesbureau Royal HaskoningDHV bogen wetenschappers en mensen van overheid, bedrijfsleven en natuurorganisaties zich over de vraag ‘Hebben wij alle natuurkansen voor het Eems estuarium in beeld’. Om te komen tot een rijke Waddenzee vol met leven is een goed functionerend Eems estuarium van groot belang en daar is nu geenszins sprake van. Er is belangrijke natuurwinst te boeken door beter gebruik te maken van binnendijkse mogelijkheden, bijvoorbeeld door het paaihabitat voor vissoorten als spiering en fint te herstellen. “In deze sessie wilden we eens buiten de bestaande kaders denken, dus los van de actualiteit en alle lopende activiteiten. Daarbij hebben we ons afgevraagd wat, vanuit de huidige situatie, mogelijkheden zijn om de natuur een duwtje in de rug te geven,” stelt Lies van Nieuwerburgh van Royal HaskoningDHV. Binnendijks is het belangrijk te proberen allerlei functies met elkaar te verbinden: aquacultuur, zoet-zoutovergangen en natuur met leefgebied voor vis en zilte landbouw bijvoorbeeld. Hierdoor wordt het landschap ook fraaier en het gebied aantrekkelijker voor bewoners en recreanten. Dijkbekleding moet niet meer glad zijn, maar juist heel onregelmatig. Dat geeft meer dieren en planten de kans om ook gebruik te maken van de dijk. En heel belangrijk: om echt iets te bereiken is een Duits-Nederlands overlegorgaan nodig. De Eems is immers deels Nederlands en deel Duits. Wat gaat er nu verder gebeuren met al deze ideeën? “We hopen natuurlijk dat alle aanwezigen de ideeën meenemen en bekijken wat ze ervan uit kunnen voeren. Daarnaast gaan we uiteraard zelf kijken of we initiatieven van de grond kunnen krijgen,” antwoordt Ester Kuppen.