30 mei 2023 In principe is het verboden in de Waddenzee te lozen…. In principe geldt in de Waddenzee een lozingsverbod voor bedrijven. Zo staat in een brief die minister Harbers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat eerder deze maand naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Toch blijkt in de praktijk dat het afvalwater van bijna 60 bedrijven en organisaties in de Waddenzee belandt. Deze bedrijven en organisaties kregen hiervoor een vergunning van datzelfde ministerie. Sandra Beckerman (SP) heeft hierover opheldering gevraagd aan het ministerie met een motie, dit naar aanleiding van een uitzending van Pointer. Het water van de Waddenzee voldoet nog niet aan Europese wetgeving De Waddenvereniging vindt het onbegrijpelijk dat er nog vervuild afvalwater mag worden geloosd in een natuurgebied van wereldallure met UNESCO Werelderfgoedstatus. Zeker omdat de waterkwaliteit in de Waddenzee nog lang niet voldoet aan de gestelde eisen van de Europese Wetgeving, de zogenaamde Kader Richtlijn Water. Je kunt dus stellen dat het huidige systeem van vergunningverlening voor afvalwater niet bijdraagt aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Er wordt geen rekening gehouden met cumulatieve effecten Minister Harbers schrijft dat het lozen alleen onder strikte voorwaarden is toegestaan, met een vergunning. Er moet bijvoorbeeld een emissietoets plaatsvinden die aantoont dat de lozing geen schadelijke gevolgen heeft voor ‘het direct ontvangende oppervlaktewater’. Hierbij wordt elke te lozen stof apart getoetst aan een norm. En daar gaat het mis. Uit onderzoek blijkt dat juist het gecombineerde effect van toxische stoffen op de waterkwaliteit enorm is, terwijl tegelijkertijd de normen van de individuele stoffen niet worden overschreden. Dit cumulatieve effect wordt niet getoetst. Daarmee is de vergunningverlening helaas veelal een papieren exercitie. Wij vinden dan ook dat er in het vergunningenbeleid te weinig oog is voor deze voor cumulatieve effecten. Zeker met betrekking tot de Waddenzee. Sterk versnelde aanpak voor schoon water De Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 Europese regelgeving om ervoor te zorgen dat uiterlijk in 2027 al het water van goede kwaliteit en kwantiteit is. In de afgelopen 23 jaar zijn er door overheden onvoldoende inspanningen gepleegd om te voldoen aan de vereisten van de KRW. Bij oppervlaktewater zoals de Waddenzee gaat het om zowel de chemische kwaliteit (vervuilende stoffen in het water) als de ecologische kwaliteit (goede omstandigheden voor een divers planten- en dierenleven). Wordt dit het nieuwe stikstofdossier? De KRW kent enkele basisprincipes. Er mag bijvoorbeeld geen achteruitgang zijn van de waterkwaliteit en er bestaat een resultaatverplichting in 2027. Dat is al over 4 jaar. De tijd dringt, uitstel is dus niet mogelijk. Kortom: een aangekondigde papieren herbeziening van de vergunningen door minister Harbers is wat ons betreft niet nodig. Wat wel nodig is: het meten van cumulatieve effecten van de lozing. Het gaat om de te bereiken doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water: gezond water in de Waddenzee voor mens, plant en dier. Wie kan daarop tegen zijn? En dus: wie staat op, pakt de regie en zorgt dat er grote stappen worden gezet. Een versnelde aanpak voor schoon water. Als we daar niet aan voldoen dan stevenen we af op een 2e stikstofdossier. Op 9 juni staat een debat gepland in de Tweede Kamer met Minister Harbers over afvalwaterlozingen.