Filmbeelden van de expeditie boven en onder water door JackieODiving.
De onbekende natuur van de Borkumse Stenen
Door Hans Revier
Even ten noorden van Schiermonnikoog ligt een bijzonder gebied in de Noordzee. De zeebodem ligt er bezaaid met grind en grote stenen, ooit achtergelaten door gletsjers. Hard substraat in de overwegend zandige Noordzee trekt allerlei bijzondere dieren aan. Maar uit nader onderzoek blijkt dat vooral de uitgestrekte velden kokerwormen zorg dragen voor een hoge biodiversiteit.
Het gebied de Borkumse Stenen ligt in de Noordzee op de grens van Nederland en Duitsland ten noorden van Schiermonnikoog en Borkum. Al in de 18e eeuw is dit deel van de Noordzee beschreven omdat vissers daar vaak stenen in hun netten kregen. De stenen en het grind zijn afkomstig van de eindmorenen van gletsjers uit de Saalien ijstijd (200.000 tot 130.000 jaar geleden). De sterke stroming heeft de stenen kaal gespoeld. De gemiddelde waterdiepte van het gebied ligt tussen de 10 en 40 meter. Het Nederlandse deel heeft een oppervlakte van 600 km2. In Duitsland is het Borkum Riffgrund aangewezen als Natura 2000-gebied. Naar aanleiding van de discussie in Nederland over de aanwijzing van beschermde gebieden op de Noordzee zijn de natuurwaarden van het Nederlandse deel geïnventariseerd.
Kokerwormen
In 2009 is met behulp van sonartechnieken de bodem in kaart gebracht. Toen stelde men vast dat het gebied waarschijnlijk grotendeels bestaat uit hard substraat. Maar zonder bodemmonsters of video-opnames konden de sedimenttypen niet met zekerheid worden vastgesteld. In 2013 volgde nader onderzoek om ook de soortenrijkdom vast te stellen. Dit vond plaats met behulp van een boxcorer (een bodemhapper), video-opnames en bemonsteringen door duikers. Hieruit bleek dat gebieden die door de sonar aangezien werden als grind in werkelijkheid bestonden uit uitgestrekte dichte velden met de schelpkokerworm (Lanice conchilega). Deze worm, die zijn kokers bekleedt met schelpresten en zand, vormt een hoogpolig tapijt en soms grotere bulten die door de sonar als stenen werden geclassificeerd. De geschatte oppervlakte van de kokerwormenvelden met een dichtheid van meer dan 1500 individuen per vierkante meter bedraagt 74 km2. Het gebied met stenen en grind is veel kleiner dan eerst werd aangenomen, 9,8 km2 en bevindt zich dicht bij de grens met Duitsland.
Rijkdom
Zoals verwacht bleken de stenen en het grind dicht begroeid te zijn met typische hard-substraat-soorten als zeeanjelieren, sponzen, hydroïdpoliepen, dodemansduim en grijze korstzakpijp. Tussen deze uitbundige begroeide stenen komen de slakdolf (een vissoort die zich met een zuignap kan vasthouden aan stenen), Noordzeekrabben, hooiwagenkrabben, zeenaaktslakken en ringsprietgarnalen voor. In totaal is het voorkomen van 193 verschillende taxa (soorten en soortgroepen) in het gebied vastgesteld. Wormen (54) en geleedpotigen (53) waren de meest voorkomende groepen, gevolgd door schelpdieren (28), neteldieren (23), gewervelden (14) en stekelhuidigen (8). Ook de kokerwormenvelden bleken een hoge biodiversiteit te bezitten, met de ook voor hard substraat kenmerkende soorten. Daarnaast was het voorkomen van grote aantallen van de kleine slangster (Ophiura albida) opvallend. Ook vond men een aantal exemplaren van het zeldzame gravende kreeftje (Pestarella tyrrhena).
Biobouwers
Uit de vergelijking van de verscheidenheid aan soorten van de verschillende habitattypes trekken de onderzoekers de conclusie dat de kokerwormenvelden een overgangsgebied vormen tussen het harde substraat van de stenen en het grind en het meer zandige deel van de Noordzee. Ook kunnen ze dienen als verbindingsweg tussen verschillende stenige habitats. Via de ‘harde’ kokerwormenvelden kunnen soorten zich van het ene naar het andere gebied verplaatsen. De kokerwormen fungeren dus als biobouwers en vormen samen, net als koraal, een soort rif. Dergelijke ‘biogenic reefs’ kennen via de Europese habitatrichtlijn een beschermde status. Een beschermde status van het Nederlandse deel van de Borkumse Stenen staat nog ter discussie
Bronnen:
Bos, O. G., Glorius, S. T., Coolen, J. W. P., Cuperus, J., Weide, V. D. B., Aguera Garcia, A., ... & Pelt-Heerschap, V. H. (2014). Natuurwaarden Borkumse Stenen: project aanvullende beschermde gebieden. IMARES rapport C115.14 http://edepot.wur.nl/313494
Coolen, J. W., Bos, O. G., Glorius, S., Lengkeek, W., Cuperus, J., van der Weide, B., & Agüera, A. (2015). Reefs, sand and reef-like sand: A comparison of the benthic biodiversity of habitats in the Dutch Borkum Reef Grounds. Journal of Sea Research, 103, 84-92.
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1385110115300113
Header:Duikers onderzoeken de Borkumse stenen Bron: Udo van Dongen, duikdenoordzeeschoon.nl
Artikel WadWeten
In de serie WadWeten artikelen wordt het waddengebied beschreven vanuit verschillende onderzoeksdisciplines, zoals de biologie, geologie en cultuurhistorie. Een wetenschappelijke benadering in heldere taal. De berichten worden beurtelings geschreven door wetenschappers van de Waddenacademie en de Waddenvereniging. Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan in voor het maandelijkse WADDEN nieuws of houdt deze pagina regelmatig in de gaten.
In 2010 werden een aantal WadWeten artikelen gebundeld in het boekje Waddenwijsheid (ISBN 9789087410230).
Begin 2015 kwam er een vervolg: Meer Waddenwijsheid (ISBN 9789087410322). Het rijk geïllustreerde boek geeft antwoorden op vragen als: welke beestjes krioelen er in het zand, welke wadvogels werden gegeten in de terpentijd, hoe oud wordt een zwaardschede, welke stormen zijn gevaarlijk voor de Wadden.