De kegeltjes van (kegel)robben

[PIC4598]Door Jessica Schop (Ecomare/IMARES)

Zeehonden hebben prachtige grote ogen waarmee ze alles in de gaten houden. Wat deze nieuwsgierige dieren daadwerkelijk waarnemen is minder bekend. Zeehondentrainers gebruiken in hun training vaak een rood object waar de robben naar toe komen. Ook kunnen ze reageren op de kleurige kleding van dierverzorgers. Toch blijkt dat zeehonden kleurenblind zijn.
 
Kijken doe je met je ogen en het werkt door middel van licht. Licht weerkaatst tegen een voorwerp en die weerkaatsing wordt opgevangen met de ogen. Bij gewervelde dieren gaat het licht door een lens en komt het op de lichtgevoelige cellen van het netvlies terecht: de kegeltjes en de staafjes. De aanwezigheid of afwezigheid van licht, en alle gradaties hier tussenin, worden vooral waargenomen met de staafjes. De andere licht recepterende cellen, de kegeltjes, reageren op verschillende golflengtes van licht: de kleuren. Mensen hebben drie verschillende soorten kegeltjes die op verschillende golflengtes reageren; rood, groen en blauw licht (zie fig). Doordat deze verschillende kegeltjes met elkaar samenwerken, kunnen we ook andere kleuren waarnemen, zoals oranje of paars.
Hoeveel soorten kegeltjes een dier heeft, verschilt per soort. Sommige roofvogels hebben wel vijf soorten kegeltjes maar bij andere diersoorten zijn de kegeltjes geheel afwezig, zoals bij de gewone spitssnuitdolfijn, de potvis en de dwergpotvis (Meredith et al. 2013).

 

[PIC4599]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zien zeehonden?

Alle vinpotigen hebben slechts één soort kegeltje in hun ogen en worden daarom “monochromats” (mono = één; chromo = kleur) genoemd. Omdat deze zeedieren in het bezit zijn van kegeltjes op hun netvlies, zou je logischerwijs aannemen dat ze weliswaar in mindere mate kleuren waarnemen, maar dat wel kunnen. Voorheen zijn er wetenschappelijke artikelen verschenen waarin werd beschreven dat een organisme ten minste twee soorten kegeltjes nodig heeft voor kleurdetectie. Toch werd door andere wetenschappers gesuggereerd dat zeehonden wel kleuren kunnen waarnemen. Recent hebben Britse wetenschappers orde in de verwarring geschapen. In hun experiment werden er twee verschillende kleuren op een monitor geprojecteerd. Twee getrainde gewone zeehonden gebruikte hun snuit om een kleur aan te duiden en werden beloond met vis bij een correcte keus. Parallel hieraan werd een soort gelijk experiment uitgevoerd met grijs tinten waarbij de zeehonden steeds de lichtste grijs tint moeten aanduiden. Uit deze resultaten bleek dat zeehonden daadwerkelijk kleurenblind zijn. Dus schijn bedriegt, aangezien monochromats erg goed zijn in het onderscheiden van tinten grijs. Juist daarom kan het lijken alsof ze kleuren kunnen herkennen.

 

Normaliter zijn de kegeltjes geplaatst in of vlakbij de gele vlek op het netvlies, het centrale deel van van het gezichtsveld. Bij afwezigheid van kegeltjes op de gele vlek, is hier meer plaats voor de staafjes. Staafjes zijn veel gevoeliger voor licht. Dit creëert dit een verbeterd gezichtsvermogen bij weinig licht, zoals onder water.

 

Waarom hebben zeehonden dan nog kegeltjes?

De voorouders van robben komen van het land en hadden, net als de meeste landdieren, twee soorten kegeltjes. De algemene algemene overtuiging is dat de ogen van zeehonden zich in de tijd hebben aangepast om een zo goed mogelijk zicht onder water te creëren. Een mooi stukje evolutie. Wellicht zullen zeehonden over duizenden jaren wel helemaal geen kegeltjes meer bezitten.

 

Bronnen

Meredith, R. W., Gatesy, J., Emerling, C. A., York, V. M., and Springer, M. S. (2013). Rod monochromacy and the coevolution of cetacean retinal opsins. PLoS genetics, 9(4), e1003432.

Peichl, Leo, Guènther Behrmann, and Ronald HH Kroèger. “For whales and seals the ocean is not blue: a visual pigment loss in marine mammals*.” European Journal of Neuroscience 13.8 (2001): 1520-1528.

Scholtyssek, Christine, Almut Kelber, and Guido Dehnhardt. “Why do seals have cones? Behavioural evidence for colour-blindness in harbour seals.” Animal cognition (2015): 1-10.