Als het wad naar adem hapt

Door Tim van Oijen

 

Tijdelijke zuurstofloosheid van de wadbodem is een natuurlijk voorkomend verschijnsel maar kan ook door menselijke invloeden worden veroorzaakt. Wetenschappers hebben onderzocht hoe de bodem zich van zuurstofloosheid herstelt. Er is een belangrijke rol weggelegd voor kokkels, nonnetjes en slijkgapers.

[PIC3114]Wie wad gelopen heeft weet het: onder het slib zit wat dieper een stinkende zwarte laag die door allerlei bacteriële afbraakprocessen zuurstofloos is geworden. Zuurstofloosheid kan soms ook in de bovenste delen van de wadbodem optreden. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat er plaatselijk extra algengroei is. Als het wad met een stevige algenmat bedekt raakt, ‘verstikt’ dit de bodem eronder. De algengroei kan natuurlijk zijn, maar kan ook zijn veroorzaakt door eutrofiëring (antropogene verhoging van de gehaltes aan voedingsstoffen in het water zoals fosfaten en stikstof). Hoe en hoe snel de bodem zich herstelt, zegt iets over de veerkracht van het ecosysteem en de rol die verschillende organismen daarin spelen. Wetenschappers hebben het herstel na een periode van zuurstofloosheid nader onderzocht in een groots opgezet veldexperiment.

[PIC3113]Kleine vs. dieper levende grote kolonisten

 

Het onderzoek werd uitgevoerd in de Westerschelde. De platen in dit gebied vertonen veel overeenkomsten met de platen in de Waddenzee. De wetenschappers bedekten veertig dagen gedeelten van slibrijke platen met plastic folie om deze zuurstofloos te maken. Vervolgens onderzochten ze hoe in de maanden erna deze stukjes wad  zich herstelden. Nadat de folie was verwijderd koloniseerden aanvankelijk kleine mobiele dieren, zoals wadslakjes en juveniele  zeeduizendpoten de stukjes wad. Deze organismen woelen alleen het sediment aan de oppervlakte om.

[PIC3115]In deze zone herstelde de bodem zich dus snel van de zuurstofloosheid. Voor het omwoelen en doorluchten van diepere delen van de bodem, wat belangrijk is voor heel wat biogeochemische processen,  is de aanwezigheid van –veelal grotere– dieper levende bodemdieren, zoals volwassen kokkels, nonnetjes en platte slijkgapers nodig. De toename daarvan liet een flinke tijd op zich wachten en hangt ondermeer af van de groeisnelheid van deze soorten. Uiteindelijk duurde het twee jaar voordat de bodem zich zo had hersteld dat de samenstelling van de bodembewoners weer overeen kwam met delen van het wad die niet zuurstofloos gemaakt werden.

Herstel

 

De wetenschappers stellen dat het volledige herstel van het systeem dus de aanwezigheid van de zich dieper ingravende organismen vereist.  Als er elk seizoen zuurstofloosheid in de bodem optreedt dan zullen de soortensamenstelling en de biogeochemische processen in de bodem permanent afwijken van deze in een onaangetast gebied. Dit omdat dergelijke frequentie van zuurstofloosheid niet toe laat om ook dieren als kokkels en nonnetjes zich opnieuw permanent te laten vestigen.

Bronnen:

Foto header: Henk Postma
Van Colen, Carl, et al. (2012). Organism-sediment interactions govern post-hypoxia recovery of ecosystem functioning. PLoS ONE 7(11): e49795. doi:10.1371/journal.pone.0049795.
http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0049795