23 juni 2011 Identified floating objects Door Tim van Oijen [PIC2156]Regelmatig spoelt er plastic, hout of wier op de Noordzeestranden van de Waddeneilanden aan. Dat materiaal heeft vaak al een grote afstand afgelegd. Wetenschappers telden vanaf een schip de langsdrijvende objecten in grote delen van de Noordzee. Ze stelden vast dat veel plastic van de scheepvaart komt, wieren van de kust en takken van de rivieren. En dat door de heersende zeestromingen de Deense wateren regelmatig als afvalputje kunnen dienen. In de wereldzeeën drijft nogal wat rond. Dit is deels natuurlijk materiaal, zoals zeewieren die van een rots zijn losgeslagen. Daarnaast is er veel afval dat in zee terecht komt. In een recent onderzoek is de hoeveelheid en de verspreiding van grotere stukken drijvend materiaal over de Noordzee onderzocht. De waarnemingen werden gedaan vanaf een schip dat de gehele Noordzee afschuimde. Een waarnemer telde drijvende objecten in de strook tussen twintig en zeventig meter van het schip af. Vlakbij het schip werden observaties bemoeilijkt door de boeggolven en verder weg zouden kleinere objecten gemist worden, wat tot een onderschatting van dit spul zou leiden. Hout Er werd maar weinig natuurlijk hout gespot – waaronder planken dus niet horen maar wel bv. takken. Er drijven maar een paar stukken per vierkante kilometer (de oppervlakte van tweehonderd voetbalvelden). In de lente werd het meeste hout waargenomen. In dat seizoen voeren de rivieren het meeste water af en worden takken meegevoerd. Een deel van het hout komt vanuit het westen onze delen van de Noordzee in. Zeewier De hoeveelheid drijvend zeewier in zee bleek deels afhankelijk van het groeiseizoen van de wieren. Van sommige wieren en ook zeegras is bekend dat ze zich actief verspreiden door te driften over zee. Verder raken er bij hevige stormen veel wieren los van de stenen en worden na stormen dus ook meer wieren in zee gezien. De waarnemers konden de wieren deels tot op soortsniveau determineren. Van een aantal wieren kon worden vastgesteld dat ze hoogstwaarschijnlijk van de Britse kust kwamen. Plastic Plastic heeft een lange verblijftijd aan het zeeoppervlak. Het heeft een hoog drijfvermogen en breekt ook maar langzaam af. In de Noordzee werden tot driehonderd items per vierkante kilometer gespot. Dichter bij de kust werd meer materiaal aangetroffen dan midden op zee. De wetenschappers vermoeden dat het meeste plastic afkomstig is van schepen die de transportroute langs de Waddeneilanden bevaren. Daarnaast zouden visserijschepen een belangrijke bron kunnen zijn. Het is mogelijk dat ook vanuit rivieren materiaal wordt aangevoerd, maar uit de verspreidingspatronen van het afval over de Noordzee was dit niet zichtbaar. Waarschijnlijk wordt deze input overschaduwd door de hoeveelheid materiaal die vanaf schepen in zee belandt. Afvalputje van de Noordzee Boven onze Waddeneilanden is een sterke waterstroming vanuit het westen. Verder langs de Duitse kust draait de stroming mee met de kustlijn en is de heersende stroming naar het noorden. Veel driftende zooi in de Noordzee zou volgens de onderzoekers op deze manier in Deense wateren belanden. Daar zou veel spul, zwaar geworden van aangroei door organismen zoals zeepokken, afzinken naar de diepzee. Zo zouden die wateren dus een afvoerputje vormen voor veel afval en natuurlijk materiaal. Bron: Thiel, M., I.A. Hinojosa, T. Joschko en L. Gutow (2011). Spatio-temporal distribution of floating objects in the German Bight (North Sea). Journal of Sea Research 65, p368-379.