Pioniers van het landschapsonderzoek in het Waddengebied

Door Tim van Oijen
[PIC1396|R]Het verleden van het Waddenland wordt al eeuwenlang door wetenschappers bestudeerd. Behalve archeologen en geschiedkundigen zorgden juist ook natuurwetenschappers voor een vooruitgang in de kennis van de historie van het gebied. Onder hen Rembertus Westerhoff (1801-1874) en Gosiwinus Acker Stratingh (1804-1876).
Het onderzoek naar de historie van het Nederlandse kustlandschap heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Deze staat opgetekend in het onlangs uitgebrachte boek “Van Groningen tot Zeeland – Geschiedenis van het cultuurhistorisch onderzoek naar het kustlandschap”. In een van de hoofdstukken wordt uitgebreid aandacht besteed aan studies in de Waddenregio. Hierin wordt beschreven hoe in de eerste helft van de negentiende eeuw het onderzoek vooral werd gedaan door medici, chemici en biologen.

Westerhoff en Acker Stratingh

Rembertus Westerhoff (1801-1874) en Gosiwinus Acker Stratingh (1804-1876), beide medici, droegen veel bij aan de kennis over het vroegere waddenlandschap van Groningen, de bewoning van de wierden en de geschiedenis van de dijken. Beiden reageerden op een prijsvraag voor een Natuurhistorie van Groningen die in 1822 werd gehouden. Ze waren toen nog student geneeskunde. Ze wonnen en ontvingen driehonderd gulden subsidie om hun wierdenonderzoek voort te zetten. Hoewel de samenwerking niet goed was, kwam het deel dat Acker Stratingh voor zijn rekening had genomen wel af. Dit deel verscheen in 1839 onder de titel natuurlijke historie der provincie Groningen. Het deel van Westerhoff verscheen nooit. Zijn manuscript is na zijn dood vermoedelijk verbrand. Westerhoff heeft wel een groot aantal andere publicaties uitgebracht. En daar waar Acker Stratingh zich meer bij de feiten hield, koos Westerhoff vaak voor het schrijven van een mooi verhaal. Met een origineel betoog wist hij bijvoorbeeld rechters te overtuigen dat de wadden de oevers van rivieren zijn en niet de oever van de zee.

Eredoctoraat

Met de kennis van nu verdient Acker Stratingh de grootste eer. Hij publiceerde als eerste een geologische kaart van de provincie Groningen. Verder schreef hij samen met de landmeter en ijker Gerardus Azings Venema (1808-1873) een verhandeling over de Dollard. Het is een synthese van historisch onderzoek en natuurwetenschappelijke waarnemingen. Beide geleerden kregen voor hun werk een eredoctoraat in de natuurwetenschappen van de Groninger Universiteit (1850 en 1864).

Bron:

Borger