De vis wordt niet duur genoeg betaald

[PIC1171]Tot in het begin van de twintigste eeuw werd het land bemest met haring. Een onvoorstelbare gedachte. Het illustreert een overvloed die nu nog slechts geschiedenis is. Het gaat niet goed met de visstand. Niet alleen in de Nederlandse Noordzee, maar wereldwijd. En dan scoort onze Noordzee zelfs bijzonder slecht. In een recent overzichtartikel is een schatting gemaakt van de afname: kleinere soorten zoals paling en bot zijn sinds 1900 gemiddeld 97% in biomassa afgenomen. De afname voor grotere vissen loopt tegen de 99%! Soorten als de steur, haai en vleet zijn nagenoeg helemaal verdwenen. De visstand in de Waddenzee staat er niet veel beter voor. Vis ligt nog steeds op ons bord, maar wordt zij wel duur genoeg betaald?

Overbevissing

Een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang van de visstand is de mens. De steeds intensievere visserij en een immer stijgende consumptie heeft de visserijdruk sterk doen toenemen. De overvloed van vroeger werkte de gedachte in de hand dat de vis niet op kon. In de decennia waarin de visserijdruk op zee steeds verder toenam, speelde zich onder water een drama af. De vis kon wél op. Innovaties in visserijtechnieken en de zich steeds verplaatsende vissersvloot kunnen niet verhullen dat de visoogst steeds magerder wordt. Visserijbiologen zagen deze trend al eerder, maar ook voor niet-deskundigen is het inmiddels duidelijk: vissen bij de vleet is geschiedenis.

Een geschiedenis van achteruitgang

Het visverhaal is geen eenvoudig verhaal. Terwijl de overheersende trend sterk negatief is, gaat het gelukkig niet met alle soorten even slecht. Uitgebreide inventarisaties in de Nederlandse kustwateren (de zogenaamde Demersal Fish Survey) laten een wisselend beeld zien. Een aantal soorten, zoals bot, schol, paling en wijting, zijn in de afgelopen dertig jaar nagenoeg verdwenen uit de Waddenzee. Maar andere soorten daarentegen, zoals de zeebaars, smelt en griet vertonen juist een stijgende trend.
De afnames zelf zijn niet allemaal even eenvoudig te verklaren. Overexploitatie heeft ontegenzeggelijk een belangrijke invloed uitgeoefend op de visstand, met name op de grotere soorten. Maar ook de effecten van klimaatsverandering, afname van de eutrofiëring en infrastructurele werken aan de Nederlandse kust moeten niet over het hoofd worden gezien. Zo is bijvoorbeeld de haring uit de Waddenzee verdwenen door het afsluiten van de Zuiderzee. En terwijl een soort als de zeebaars lijkt te profiteren van de hogere temperaturen, heeft de opwarming van het zeewater juist bijgedragen aan de achteruitgang van puitaal. De veranderingen in het menu van de vissen – zowel herbivoren als carnivoren – zijn dan nog buiten beschouwing gelaten.

Integrale visserijvisie

De precieze gedragingen van verschillende vispopulaties zijn weliswaar nog niet achterhaald, maar het staat buiten kijf dat vis ernstig bedreigd wordt. Zo erg dat nu de noodklok voor de visstand wordt geluid. De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Gerda Verburg, heeft dit luiden gehoord. Zij heeft de noordelijke provincies opdracht gegeven een integrale visserijvisie uit te werken. Hopelijk kunnen we deze visie eind van dit jaar tegemoet zien. Een belangrijke stap richting behoud en herstel van de visstand is daarmee gezet.

Bron: I. Tulp, L.J. Bolle & A.D. van Rijnsdorp (2008) Journal of Sea Research 60: 54-73
H.K. Lotze & B. Worm (2009) Trends in Ecology and Evolution 24(5): 254-262