Onbekend maakt onbemind
Rol in het voedselweb
Kleine garnaalachtigen zijn algemeen beter bekend als watervlooien. In wetenschappelijke termen wordt gesproken over zoöplankton (zoo = dierlijk; plankton = drijvend). Het zoöplankton bestaat uit een hele grote groep verschillende soorten. Sommige hiervan zijn met het blote oog zichtbaar; de kleinste organismen kunnen alleen door een microscoop worden waargenomen.Iedereen met een vijver weet hoe belangrijk watervlooien zijn. Ze eten algen en houden zo de vijver helder. Aquariumhouders hebben een andere kijk op watervlooien; die zien het als prima visvoer. Zoöplankton eet dus, en wordt gegeten. In de Waddenzee vormt het zoöplankton daarom de schakel in het voedselweb tussen algen en grotere dieren. Een hele belangrijke schakel: zonder het zoöplankton zouden er in de Waddenzee veel minder vissen en vogels zijn.
Vervroeging van het groeiseizoen
De Waddenzee wordt de laatste decennia langzaam warmer. Uit onderzoek in de Duitse Waddenzee blijkt dat het zoöplankton daarvan profiteert. De organismen leggen in het najaar eieren ten behoeve van de voortplanting. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de eieren tot rijping komen. De warmere winters van de laatste jaren hebben ertoe geleid dat die eieren steeds vroeger uitkwamen. Waar vroeger het eerste zoöplankton pas in april in de Waddenzee opdook, zwemt een aantal soorten nu al in maart rond.Dit heeft gevolgen voor het voedselweb. Het zoöplankton vormt enerzijds een voedselbron voor grotere beesten zoals vissen. De toename in zoöplankton kan aldus een verrijking van het voedselweb inhouden. Aan de andere kant zijn het ook rovertjes. Terwijl veel zoöplankton voornamelijk algen eet, doen andere soorten zich liever te goed aan vlees. Hun soortgenoten zijn geliefde kost. Maar ook de jonge larven van andere organismen zoals vissen en schelpdieren, zijn een mogelijke prooi. Nu een deel van het zoöplankton de laatste jaren vroeger in het jaar opduikt, worden er ook meer jonge larven opgegeten. Zo heeft de opwarming van het zeewater niet alleen direct gevolgen voor het zoöplankton, maar ook indirect voor andere organismen in de Waddenzee.
De inzet van veerdiensten
In de Nederlandse Waddenzee is erg weinig bekend over zoöplankton. Gelukkig start het onderzoeksinstituut IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies - binnenkort een groot onderzoeksprogramma. Van 2009 tot 2012 zal het voorkomen van zoöplankton worden gevolgd. Er zullen metingen worden verricht met speciaal in Engeland ontwikkelde apparatuur. Deze wordt aan boord van een aantal veerboten geplaatst die tussen het vasteland en de Waddeneilanden heen en weer varen.De komende jaren wordt dan duidelijk wat er zoal rondzwemt in de Waddenzee en ook of en hoe de samenstelling van het zoöplankton verandert. En dat wordt hoog tijd; het zoöplankton speelt een essentiële rol als schakel tussen de primaire producenten - de algen - en de consumenten - vissen en vogels -. Klein als de organismen zijn, verdienen ze duidelijk meer aandacht.
Bron: P. Martens & J.E.E. van Beusekom (2008) Helgoland Marine Research 62: 67-75
Artikel WadWeten
In de serie WadWeten artikelen wordt het waddengebied beschreven vanuit verschillende onderzoeksdisciplines, zoals de biologie, geologie en cultuurhistorie. Een wetenschappelijke benadering in heldere taal. De berichten worden beurtelings geschreven door wetenschappers van de Waddenacademie en de Waddenvereniging. Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan in voor het maandelijkse WADDEN nieuws of houdt deze pagina regelmatig in de gaten.
In 2010 werden een aantal WadWeten artikelen gebundeld in het boekje Waddenwijsheid (ISBN 9789087410230).
Begin 2015 kwam er een vervolg: Meer Waddenwijsheid (ISBN 9789087410322). Het rijk geïllustreerde boek geeft antwoorden op vragen als: welke beestjes krioelen er in het zand, welke wadvogels werden gegeten in de terpentijd, hoe oud wordt een zwaardschede, welke stormen zijn gevaarlijk voor de Wadden.