Stille getuigen van de prehistorie

Door: Hans Revier

 

Wie regelmatig op het strand komt kan bijzondere dingen vinden. De vorige wadweten van 7 januari belichtte vooral de natuurlijke strandvondsten: vertegenwoordigers van dieren en planten die iets vertellen over het vaak verborgen leven in de zee. Uit andere vondsten kunnen we de prehistorie van het Noordzeegebied reconstrueren.  

 

Klimaatverandering

Regelmatig worden op de Noordzeestranden en in de netten van Noordzeevissers overblijfselen aangetroffen van dieren die zich hier ooit tijdens de laatste ijstijd, 100.000 tot 10.000 jaar geleden, ophielden op uitgestrekte steppes. De Noordzee lag toen voor het grootste deel droog. Op de uitgestrekte grasvlaktes leefden de wolharige neushoorn, reuzehert, wolharige mammoet, steppenleeuw en grottenbeer. Door klimaatverandering en zeespiegelstijging stierven deze dieren uit, maar hun overblijfselen worden nog regelmatig gevonden. In de loop der tijd kwamen veel delen van fossiele botten en kiezen van vooral grote grazers in de netten van vissers terecht. Maar ook op het strand worden de laatste jaren steeds vaker dit soort fossielen gevonden. Door zandsuppleties vanuit diepere delen van de Noordzee, o.a. uitgevoerd voor de kust van Texel en Ameland, is het niet denkbeeldig dat je op het strand van een Waddeneiland de rugwervel van een wolharige neushoorn of een mammoetbot kan aantreffen.

 

Grote grazers

Deze  overblijfselen kunnen veel vertellen over de omstandigheden waarin mens en dier toen leefden. In de diepe groeven van 52 kiezen van acht verschillende soorten grazers, de meeste tussen de 25.000 en 50.000 jaar oud, vonden onderzoekers stuifmeelresten. Hieruit kon het dieet en het leefgebied van deze dieren afgeleid worden. Zo bleek het reuzehert vooral bijvoet (Artemisia spec.) te eten. De wolharige neushoorn prefereerde het drogere en hardere gras van de steppe. Ook aan gevonden botresten van de mensensoort die daar toen leefde is nader onderzoek gedaan. Uit een analyse van de stabiele isotopen in de botten blijkt dat de prehistorische bewoners een gevarieerd dieet hadden van zowel landdieren als zoetwatervissen. Zie ook de Wadwetens van 7 januari 2016 en 23 november 2016.  

 

Neanderthalers

Over het algemeen gaat men er van uit dat op de steppes van de Noordzeevlakte tot zo’n 40.000 jaar geleden Neanderthalers leefden. Later, vanaf 15.000 jaar geleden, bevolkte de moderne mens het uitgestrekte gebied. Archeologisch onderzoek is lastig omdat mogelijke vindplaatsen en resten van bewoning zich onder water bevinden. Wel geeft de vondst van stenen werktuigen wat meer informatie over deze vroege bewoners van het Noordzeegebied. Regelmatig vindt men op de stranden van de Waddeneilanden zwarte vuurstenen. Deze zijn afkomstig uit delen van de Noordzeebodem die door de werking van gletsjers tijdens de laatste ijstijd bezaaid liggen met stenen. De opvallende zwarte kleur is ontstaan door de inwerking van ijzerzwavelverbindingen tijdens zuurstofloze omstandigheden. Heel af en toe zijn aangespoelde vuurstenen bewerkt en waarschijnlijk door Neanderthalers als gereedschap gebruikt. Dergelijke vondsten zijn bekend van de eilanden Texel, Vlieland, Ameland en Baltrum in het Duitse waddengebied.

 

Vuistbijl

Een bewerkte vuursteen, in 2012 op het strand van Ameland gevonden, is in detail bestudeerd en gedateerd. De steen is waarschijnlijk in de Midden Steentijd (100.000-40.000 jaar geleden) bewerkt en in eerste instantie als vuistbijl gebruikt. Later is geprobeerd er een kleinere vuistbijl van te maken. De onderzoekers leiden dat af aan de opvallende asymmetrie van de steen: een zeer goed bewerkte zijde en een andere kant die onregelmatig is bewerkt. Vergelijkbare stenen zijn bekend van andere prehistorische vindplaatsen. Men gaat er van uit dat de steen door de zandsuppletie met zand uit diepere delen van de Noordzee op het strand van Ameland terecht gekomen is.   

Foto 1: Wikipedia
Foto 2: Henk Postma
Foto 3: Wikipedia

 

Bronnen: