Vissen uit de printer

 

Vissen uit de printer

Niet alleen veel échte trekvissen in zee worden ver in het binnenland geboren, het geldt ook voor twaalf 3D-vissen die de nieuwe doorsteek in de Afsluitdijk gaan opsieren. Ze worden geprint in de kelder van Taco Breeschoten, in het heuvelland van Zuid-Limburg.

 

‘Voor een hele vis is de printer weken bezig’

‘Ik ben momenteel hier beneden een steur aan het printen, dat gaat nog een paar weken duren’, vertelt Taco Breeschoten, maker van de 3D-vissen die later dit jaar in de coupure van de Vismigratierivier in de Afsluitdijk worden geplaatst. Die doorsteek in de dijk wordt gemaakt om een geleidelijke overgang tussen Waddenzee en IJsselmeer voor trekvissen te realiseren.

Breeschoten werkt als zelfstandig ondernemer vanuit zijn huis in het Limburgse Berg en Terblijt als 3D-specialist. Samen met andere zzp’ers maakt hij 3600-filmpjes, virtual reality en augmented reality. Zo maakte Breeschoten eerder ook een 3D-videoanimatie van de Vismigratierivier voor het Afsluitdijk Wadden Center. ‘Bezoekers stappen bij die animatie in een soort onderzeeër waarmee je de Vismigratierivier zowel vanuit de lucht als onderwater kunt bekijken. Je kunt dus ook als een vis van de Waddenzee naar het IJsselmeer zwemmen’, vertelt Breeschoten enthousiast. ‘We hadden deze amfidrone ook in het echt nagebouwd, en als aankleding hadden we rondom 3D-geprinte zalmen opgehangen. Toen zeebioloog Wouter van der Heij van de Waddenvereniging die zalmen zag, werd hij meteen enthousiast. De belangrijkste doelsoorten waarvoor de Vismigratierivier wordt aangelegd, komen nu op de tussenmuur in de coupure, als onderdeel van het beleefconcept (zie kader).

 

‘Over elk detail is nagedacht’

Het printen van een vis klinkt eenvoudiger dan het is. Het maken van 3D-modellen van twaalf vissoorten met de juiste anatomische kenmerken, had wel wat voeten in de aarde. ‘Je kunt een foto scannen, maar dan ben je er nog niet’, zegt Breeschoten. ‘Om een 3D-model te maken is ook veel eigen tekenwerk nodig. En dat is best lastig, anatomisch tekenen is echt een vak apart. Ik heb heel veel verschillende foto’s en YouTube-filmpjes bekeken en hulp gehad van biologen. De stand van de bek, positie van de vinnen of de grootte van de schubben. Over elk detail is nagedacht. En er waren steeds weer vissenfreaks die het verder konden aanscherpen. Ik denk dat we nu heel realistische modellen van de vissen hebben.’

 

Vis bestaat uit losse blokken

Voor de coupure zijn wel flink grote vissen bedacht, wat eigenlijk ook om een enorme 3D-printer vraagt. ‘Ik heb een tour door Nederland gedaan om printers te vinden die zulke grote vissen zouden kunnen printen, maar dat bleek een veel te dure aangelegenheid. We concludeerden dat het veel beter zou zijn om de vissen in blokken te printen en in elkaar te zetten. De oude Egyptenaren bouwden hun piramides en hun beelden ook op uit losse blokken.’ Het printen van zo’n blok van 50 bij 50 centimeter duurt wel vijf dagen. ‘Dat is dan ongeveer een zesde van de hele steur, dus voor de hele vis is de printer weken bezig’, aldus Breeschoten. Hij heeft vier printers in zijn kelder staan, maar wil per vis wel slechts één printer gebruiken. ‘Dan weet je zeker dat het resultaat hetzelfde is. Op een andere printer ben ik net met de spiering begonnen en ik hoop morgen de bot aan te zetten.’

De vissen worden gemaakt van bioplastics, die bij beschadiging hergebruikt kunnen worden om gewoon weer een nieuwe vis te printen. ‘Dat is het ideale van een 3D-print. Als iets kapotgaat, is het nooit helemaal weg. Het 3D-model is er nog, je print van het oude materiaal weer een nieuwe.’

 

Vismigratierivier wordt een beleving

De 3D-vissen zijn onderdeel van een veel groter plan om de Vismigratierivier beleefbaar te maken voor bezoekers. ‘We willen boven water laten zien wat er in de belevingswereld van die vissen onderwater allemaal gebeurt’, zegt ontwerper Bruno Doedens, bedenker van het beleefconcept. ‘Hiermee laten we zien welke soorten profiteren van deze Vismigratierivier, maar ook welke weg ze afleggen. Voor ons mensen is de Afsluitdijk met 32 kilometer al heel lang, maar deze vissen trekken soms wel duizenden kilometers. Op de wanden komen daarom naast de namen van de vissen ook de plekken te staan waar de vissen heen trekken. Van het IJsselmeer, het Ketelmeer en de Rijn tot aan de Sargassozee.’

De landschapskunstenaar, onder andere bekend van zijn landschapskunst en installaties op het Oerolfestival op Terschelling, bedacht ook het beeld ‘de blije vis’ en een ‘blijevissenveld’. ‘Bij vloed stroomt zout water de Vismigratierivier in, maar in de 4 kilometer lange rivier bereikt dat nooit het IJsselmeer, het meer heeft immers een functie als zoetwatervoorziening. De waterbeweging van eb en vloed is aan de zijde van het IJsselmeer wel merkbaar. Op deze plek plaatsen we grote metalen vissen die bij laagwater helemaal zichtbaar zijn en bij hoogwater grotendeels onderwater verdwijnen. Zo krijg je als je over de Afsluitdijk rijdt ter hoogte van de Vismigratierivier, steeds weer een ander dynamisch beeld te zien.’

 

De blije vissen van de Vismigratierivier

Door dammen, sluizen en dijken hebben trekvissen het moeilijk. De Vismigratierivier gaat ervoor zorgen dat deze elf vissoorten straks weer tussen zoet en zout water kunnen trekken.

  1. Bot. Platvissen verwacht je waarschijnlijk alleen op zee, maar een bot uit de Waddenzee kan een paar weken later zomaar in een Drentse beek zwemmen.
  2. Rivierprik. De rivierprik is een eigenaardige vis met een mondschijf met scherpe tandjes, waarmee hij zich als parasiet vastzet op andere vissen. Hij trekt voor de voortplanting vanuit kustwateren stroomopwaarts naar kleine rivieren en beken.
  3. Zeeprik. De veel grotere zeeprik trekt als volwassen dier de grote rivieren op naar paaiplaatsen tot wel honderden kilometers landinwaarts.
  4. Spiering. De spiering plant zich voort in de oeverzone van rivieren of meren. Daarvoor trekken sommige populaties van zee naar zoetwater, maar ‘binnenspieringen’ blijven hun hele leven in zoetwater.
  5. Houting. De houting, die ook voor de voortplanting de rivier op trekt, verdween begin van de twintigste eeuw uit de Rijn. Hij is in Duitsland teruggebracht en wordt ook in ons land weer gezien.
  6. Fint. De fint paaide in het verleden massaal in de benedenlopen van de Rijn en de Maas. Obstakels zorgden er echter voor dat we de soort nog zelden in onze binnenwateren aantreffen.
  7. Elft. De elft zwemt het grootste deel van zijn leven in zee. Hij kan zijn paaiplaatsen ver stroomopwaarts niet meer goed bereiken en geleidelijke zoet-zoutovergangen zijn er ook nauwelijks meer.
  8. Driedoornige stekelbaars. De driedoornige stekelbaars houdt ook van overgangen en kan overleven in zowel zoet, zout als brak water. De kleine visjes zijn een belangrijke voedselbron voor andere vissen en visetende vogels.
  9. Europese aal. De Europese aal of paling is de ultieme trekker. Hij wordt geboren in de Sargassozee, trekt als glasaaltje het Europese binnenland in en zwemt uiteindelijk helemaal terug om te paaien.
  10. Europese steur. Voor de reusachtige Europese steur zijn geleidelijke overgangen van zoet naar zout van levensbelang. Hij was lang afwezig, maar wordt nu weer uitgezet.
  11. Zalm. Een volwassen zalm trekt vanuit zee stroomopwaarts om zich voort te planten. Hij kan daarbij duizenden kilometers afleggen, als hij niet wordt tegengehouden.
  12. Zeeforel. De zeeforel is een zeldzaamheid geworden, maar het wegnemen en omzeilen van menselijke blokkades zal zijn zoute en zoete leefgebieden weer verbinden.

Uit het WADDEN magazine

Dit artikel is verschenen in het WADDEN magazine van maart 2023. Tekst Koen Moons met foto’s van Henk Postma.
Wil je het magazine ook ontvangen? Word lid van de Waddenvereniging vanaf €27,- per jaar, steun ons werk en ontvang het magazine 4x per jaar in de (digitale) brievenbus.