Sobere rijkdom

 

Sobere rijkdom

Volgens een ecologische wet is in dynamische leefgebieden zoals de Waddenzee, waar omgevingsomstandigheden snel kunnen veranderen, de soortenrijkdom relatief laag. De dieren en planten die er leven, zijn echter wel in grote aantallen aanwezig. Een kleine rondgang.

693

In of langs de randen van de Nederlandse Waddenzee zijn 693 soorten te vinden, aldus de Nederlandse soortenlijst van onderzoekscentrum voor biodiversiteit Naturalis. Het gaat dan om alle soorten behalve eencelligen en andere microscopische dieren en planten: van aal tot zwartkopmeeuw, maar ook het klein darmwier, de kleine achtarm, boompjesslak, grote tepelhoorn, witte buisjesspons en vlokslak en alles wat daartussenin zit en wat ooit in of bij de Waddenzee is gevangen of waargenomen. Hiervan zijn er 128 toevallige gastsoorten uit aangrenzende landen en zeegebieden, of soorten op doortocht. 89 soorten zijn exoot en komen niet van nature in Nederland voor. Tot de oorspronkelijke bewoners van de Waddenzee worden 460 soorten gerekend.

 

Eems-Dollard

In het Eems-Dollard-gebied is het water brak. Het zoutgehalte zit tussen dat van zeewater en zoetwater in, een in Nederland zeldzaam watermilieu. De planten en dieren die er leven, vormen zo een bijzondere biodiversiteit, met onder meer fint en rivierprik, vissoorten die om zich voort te planten vanuit zee rivieren intrekken. Omdat een beperkt aantal soorten is aangepast aan het afwijkende zoutgehalte, is brak water relatief soortenarm. In de Eems-Dollard is de biodiversiteit verder verlaagd door extreme slibgehaltes in het water, veroorzaakt door de hoge stroomsnelheden als gevolg van baggeren en het rechttrekken van vaargeulen. Zonlicht dringt niet of nauwelijks in het water door, waardoor algen die zuurstof produceren afsterven en veel levensvormen stikken.

 

Rijke koeienvlaai

In een Deens onderzoek is met moderne technieken genetisch materiaal geanalyseerd van allerlei levensvormen in koeienmest. Er werden 54 verschillende soorten insecten, mijten en springstaarten (kleine zes potige ongewervelden) gevonden. Hieronder waren meerdere mest etende keversoorten, een reeks soorten vliegen en muggen waarvan de larven mest eten, soorten roofkevers die het hebben voorzien op insectenlarven en mijten, en diverse mijten en springstaarten die leven van in mest groeiende schimmels. Koeienmest herbergt blijkbaar een complex ecosysteem van ongewervelde dieren. Waarschijnlijk kent een koeienvlaai op een kwelder dan ook de grootste landbiodiversiteit op een klein oppervlak in het waddengebied.

 

Mosselbanken

Keer op keer blijkt uit studies dat mosselbanken echte hotspots zijn voor biodiversiteit. De tapijten aan elkaar klittende mosselen in geulen die niet droogvallen en op wadplaten (die bij laagwater droogvallen, en waarvan er sinds overbevissing in de jaren 1980-1990 veel minder zijn), bieden een harde ondergrond voor vastzittende zeedieren. Ook zijn het schuilplekken voor vissen en krabben en maakt de ‘mosselpoep’ de omgeving voedselrijker. Daarnaast trekken mosselbanken roofdieren aan die de mosselen eten. Ook vogels, krabben en zeesterren vinden het een aantrekkelijke plek. De biodiversiteit van mosselbanken kan oplopen tot zo’n 120 soorten, tweemaal dat van een stuk wad zonder mosselen.

 

Levende bodem

Het drooggevallen wad ziet er wanneer je het vanaf de kwelderrand of al wadlopend bekijkt, bijzonder soortenarm uit. Geen dier of plant is er meestal te zien op het modderige of zandige oppervlak. Toch is de biodiversiteit onder dat oppervlak behoorlijk groot. Alleen al van de tweekleppigen, slakken met twee schelpen die het lichaam van het dier omsluiten en die ingegraven in de wadbodem leven, kunnen zo’n 104 soorten worden aangetroffen.

 

Nachtvlinders

Insecten zijn vrijwel zeker de diergroep met de grootste biodiversiteit op aarde – ruim de helft van de bekende soorten is een insect. Ook in het waddengebied is de grootste biodiversiteit waarschijnlijk te vinden bij insecten. Zo leven op kwelders zo’n 90 soorten kleine nachtvlinders van een groep met draadvormige antennen en lange poten, uit het totaal van 1.400 soorten die deze vlindergroep in Nederland telt. De rupsen van veel van deze bijzondere kweldervlinders zijn aangepast aan het leven in zoute omstandigheden en hebben elk een andere kwelderplant als voedsel.

 

Onwaarschijnlijke voorouder

Hij lijkt nog het meest op een klein formaat doorzichtige doedelzak, de doorschijnende zakpijp. Het dier leeft vastgehecht aan harde ondergronden zoals stenen dijklichamen en drijvende pontons van jachthavens. Zakpijpen filteren voedseldeeltjes uit een waterstroom die zij door hun lichaam pompen via buisvormige in- en uitstroomopeningen – vandaar de benaming van de diergroep. De op kikkervisjes lijkende larven hebben een stijve ‘ruggengraat’ of chorda. Hiermee zijn zakpijpen primitieve zogeheten chordadieren, een 550 miljoen jaar oude tak van het dierenrijk waaruit gewervelde dieren als vissen, vogels en zoogdieren, waaronder ook de mens, zijn voortgekomen.

 

Uit het WADDEN magazine

Dit artikel is verschenen in het WADDEN magazine van juni 2022. Tekst Marcus Werner met foto’s van Henk Postma, Jasper de Ruiter en Marcel van Kammen. Wil je het magazine ook ontvangen? Word lid van de Waddenvereniging vanaf €27,- per jaar, steun ons werk en ontvang het magazine 4x per jaar in de (digitale) brievenbus.