Riffen vol reuring

Een experiment met kunstriffen en getijdenpoelen langs de Waddenzee bij Lauwersoog boekt aansprekende resultaten. Kan het de opmaat zijn voor rifstructuren langs de hele Afsluitdijk?

‘Droom groot!’ Wouter van der Heij, marien ecoloog van de Waddenvereniging, vertelt gedreven over het droombeeld dat hij al jaren koestert: rifachtige structuren in een lint van tientallen kilometerslang aan de Waddenzeezijde van de Afsluitdijk. Dat is inderdaad dromen op groot formaat.

Van der Heij is projectleider van Swimway Waddenzee, een door de Waddenvereniging geïnitieerd programma van wetenschappelijk onderzoek naar hoe diverse vissoorten de Waddenzee gebruiken en welke delen van speciaal belang zijn voor vissen. Ook wordt gezocht naar manieren om de vissen van de Waddenzee een betere toekomst te geven. Het onderzoek moet handvatten leveren voor maatregelen om de geslonken visstand van de Waddenzee weer gezonder te maken.

‘Voor het zoete water is het al heel gewoon om de waterrand speciaal in te richten voor vissen’, vertelt Van der Heij. Zo zijn langs menige rivier en kanaal visvriendelijke oevers aangelegd, zoals ondiepe gedeelten met een grindbodem en begroeiing met waterplanten. Vissen kunnen er paaien en er zijn schuilmogelijkheden voor jonge vis.

Doneer voor een droom
Noorderzijlvest / Reefsystems / Rijksuniversiteit Groningen

Aantrekkelijk voor vis

Over het op een soortgelijke manier helpen van vissen langs de randen van de Waddenzee werd al langer nagedacht. Samen met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen lukte het Van der Heij om een eerste proefproject vlot te trekken. Het idee is simpel, legt Van der Heij uit. Hoe meer driedimensionale harde structuren onder water, hoe aantrekkelijker voor vissen. Er ontstaan schuilplekken voor jonge en volwassen vis, maar ook voor bijvoorbeeld krabben die voedsel zijn voor vissen. Wieren en vastzittende zeedieren hechten zich aan de harde ondergrond: alweer schuilplekken en voedsel voor vissen.

In 2021, voorlopig nog als proef, werden kunstmatige riffen en ook getijdenpoelen aangelegd langs de Groningse Waddenzeedijk ten oosten van Lauwersoog. Ook deze dijk zal binnenkort versterkt worden en de omstandigheden zijn vergelijkbaar met de Afsluitdijk. ‘Heel bemoedigend’, zijn volgens de marien ecoloog de eerste resultaten. Het is nog wachten op de afronding van het proefproject in 2024: ‘Maar de verwachting dat de riffen lokaal een gunstig effect hebben op de biodiversiteit, inclusief de visstand, lijkt al uit te komen.’

Kunstmatige riffen

Van der Heij geeft toe een ‘haat-liefdeverhouding’ te hebben met kunstmatige ingrepen om de natuur te verbeteren. Hij vindt de niet bepaald natuurlijke rifelementen echter geen stap te ver. ‘Het gaat hier om het uitbouwen van toch al onnatuurlijke dijken met onder water een dijkvoet van stortstenen.’

Wat de marien ecoloog terugbrengt bij zijn droom. De versterking van de Afsluitdijk vanwege de verwachte zeespiegelstijging en vaker optredende stormen door klimaatopwarming is nog in uitvoering. Waarom dan niet de al aanwezige infrastructuur voor de vernieuwing van de dijk gebruiken om kunstmatige riffen te realiseren zoals die bij Lauwersoog?’, mijmert Van der Heij.

‘We hebben te maken met zowel een klimaat- als een biodiversiteitscrisis. De Afsluitdijk is de grootste en langste dijk die we hebben, tweeëndertig kilometer lang. Daar kunstriffen aanleggen zou een verschil kunnen maken voor het ecosysteem van de hele Waddenzee. En niet alleen onderwater. Meer vis trekt viseters als sterns aan. Getijdenpoelen zouden vogelsoorten die voedsel zoeken langs rotskusten, scholeksters en steenlopers bijvoorbeeld, goed kunnen doen.’

Horst Wolter, Educatorei
Noorderzijlvest / Reefsystems / Rijksuniversiteit Groningen

Proef bij Lauwersoog

Bungelend aan een staalkabel rijst een groot vierkant betonnen plateau boven het water. Daarop liggen stapels van een soort opengewerkte betonnen damstenen van zo’n halve meter in doorsnede. Op een YouTube-video, gemaakt in september 2022, is te zien hoe op een werkschip een team onderzoekers in kaart brengt welk zeeleven zich op en in de kunstmatige riffen van het proefproject bij Lauwersoog heeft gevestigd. Eenmaal aan dek gezet blijkt het kunstrif rijkelijk bedekt met zeesterren, zeepokken en zeeanemonen. In kieren ervan schuilen forse Noordzeekrabben.

In het proefproject met kunstriffen werken aannemers – betrokken bij de versterking van het dijkgedeelte Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat – het verantwoordelijke waterschap, Rijkswaterstaat en fabrikanten van diverse typen kunstmatige rif elementen samen. Onderzoekers van hogeschool Van Hall-Larenstein en de Rijksuniversiteit Groningen nemen het zee biologische deel voor hun rekening.

‘Er zijn achttien plateaus met vier verschillende typen rifelementen afgezonken, op verschillende dieptes tot aan honderd meter zeewaarts van de dijkvoet’, vertelt Britas Klemens Eriksson, hoogleraar mariene ecologie aan de Groningse universiteit. Duikend onderzoek daarnaar doen is onmogelijk vanwege de sterke stroming en het troebele water. ‘Daarom halen we de proefriffen eens per jaar, aan het einde van het groeiseizoen, boven water.’

Botervis en zeedonderpad

‘Met deze proefopzet komen we erachter of er verschillen zijn in het zeeleven dat de verschillende typen kunstrifelementen bevolkt’, aldus Eriksson. ‘Zo valt in de toekomst een aaneengesloten kunstrif aan te leggen met de combinatie-elementen die het rijkste leven oplevert.’

De ontwikkelingen op de kunstriffen worden, om het zeeleven niet te lang boven water te houden, vastgelegd met een 3D-camera. Ook worden meerdere keren per jaar fuiken en andere vistuigen ingezet, zowel op de kunstriffen als op open plekken op de bodem daartussen, om het effect van de bodemstructuren op de visstand te beoordelen.

Eriksson, over de eerste resultaten van het onderzoek: ‘Bij de kunstriffen troffen wij drie tot vier keer zoveel vis.’ Het gaat vooral om bodemvissen zoals botervis en zeedonderpad, naast kabeljauwachtigen. De verschillende typen kustrifelementen trekken duidelijk verschillend zeeleven aan. Zo bleken de opengewerkte damstenen ware ‘hotels’ voor vijfdradige meunen, kleine langgerekte kabeljauwachtigen. Pijpvormige rifelementen, met een donker binnenste waardoor het zeewater hard stroomt, raakten aan de binnenkant dicht begroeid met zakpijpen en sponzen. ‘Wetenschappelijk gezien heel interessant’, aldus Eriksson.

Jelger Herder

Uit het magazine WADDEN

Dit artikel is verschenen in het magazine WADDEN van juni 2023. Tekst Marcus Werner en foto’s Jelger Herder, Noorderzijlvest, Reefsystems, Rijksuniversiteit Groningen. Wil je het magazine ook ontvangen? Word lid van de Waddenvereniging vanaf €27,- per jaar, steun ons werk en ontvang het magazine 4x per jaar in de (digitale) brievenbus.