16 april 2014 Natuurvergunning voor de kolencentrale RWE/Essent moet gedeeltelijk opnieuw ? De natuur- en milieuorganisaties verzetten zich al jaren tegen de komst van zo’n grote kolencentrale aan het wad en zijn daarom teleurgesteld dat de vergunning niet helemaal van tafel is. De overheden zullen voor de derde keer een nieuwe vergunning moeten samenstellen en hebben daar een half jaar de tijd voor gekregen. Woensdag 16 april heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan in de zaak die Nederlandse en Duitse natuur- en milieuorganisaties hebben aangespannen tegen de natuurbeschermingswetvergunning voor de kolencentrale van RWE/Essent aan de Eemshaven. Volgens de Raad van State moeten de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe en het ministerie van Economische Zaken binnen zes maanden de natuurvergunningen aanpassen of herzien, omdat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van de uitstoot van stikstof voor twee Nederlandse natuurgebieden en de gevolgen van de uitstoot van kwik. De Raad van State vindt de gevolgen van de uitstoot van stikstof voor het Waddengebied niet erg, omdat er in het gebied maatregelen worden genomen die de negatieve effecten tegen gaan. Nadat de aangepaste vergunningen zijn gepubliceerd zal het beroep bij de Raad van State worden voortgezet. De definitieve uitspraak zal op z’n vroegst eind 2014 zijn. De natuur- en milieuorganisaties vinden dat een kolencentrale niet past in een tijd waarin we streven naar een duurzame energievoorziening en al helemaal niet aan de rand van Werelderfgoed Waddenzee. Behalve heel veel CO2 stoot de centrale allerlei vervuilende stoffen uit, zoals stikstofoxides, kwik en fijn stof. Te veel stikstof in natuurgebieden zoals de duinen kan er toe leiden dat zeldzame planten verdwijnen. Voor de aanvoer van kolen moet de vaargeul naar de Eemshaven verdiept worden, wat de toestand van de Eems verder zal verslechteren. De centrale is meer dan 100 meter hoog, waardoor het open waddenlandschap aangetast is.