Vismonitoring Eems levert te weinig informatie op
Al tien jaar lang meten Nederland en Duitsland de visstand in de Eems. Toch levert het visonderzoek beperkte informatie op over de visstand. Dat is de conclusie uit een trendanalyse die de Waddenvereniging liet uitvoeren. De Waddenvereniging start in 2019 met een pilot voor meer inzicht in de visstand in het Eems estuarium.
Vanuit de Europese Kaderrichtlijn water zijn Nederland en Duitsland gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede waterkwaliteit in de Eems. Een belangrijke graadmeter voor een goede waterkwaliteit is de hoeveelheid vis. Tweemaal per jaar wordt in de Eems daarom op drie locaties vis gemeten. Hoewel consequent dezelfde methode is gebruikt, werden de jaarlijkse uitkomsten tot nu toe nog niet met elkaar vergeleken. De Waddenvereniging wilde weten of de visstand in de afgelopen tien jaar is veranderd en liet daarom de resultaten analyseren door een onafhankelijk onderzoeksbureau.
Verschillen seizoenaal, niet lokaal
Twee metingen per jaar geven een snap shot van de visfauna. In totaal werden er 54 vissoorten gemeten in de Eems. Jaarlijks verschilde het aantal soorten nauwelijks en schommelde rond de 32. De metingen geven een goed overzicht van vis die in de waterkolom zwemt (pelagische vis). Spiering, haring en bot werden altijd gevangen. Andere soorten zoals schol, tong, kleine zeenaald en slakdolf werden bijna altijd, maar in kleinere hoeveelheden gevangen. Dit zijn vooral soorten die in estuaria leven, zoutwatersoorten of trekvissen.
Er was weinig verschil tussen de locaties. Wel varieerden de hoeveelheden per seizoen: in de herfst werd meer vis gevangen dan in de lente. Uit de analyse van de vangstgegevens blijkt dat haring toeneemt. Dat was vooral te wijten aan de hoeveelheden jonge haring, wat wijst op de kinderkamer functie van het Eems estuarium. Deze toename komt overeen met de waarnemingen die in de Noordzee zijn gedaan. Het aantal spieringen daarentegen daalt. De verklaring voor de afname daarvan kan zijn dat er bovenstrooms in de Eems onvoldoende geschikte leefgebieden zijn voor deze vissoort.
Maandelijks onderzoek
Wanneer en waarom welke soort gedurende het jaar voorkomt, is niet uit de data te halen. Om de seizoenale variatie van verschillende vissoorten en de functie van het estuarium voor vis goed in beeld te kunnen brengen, zijn meer metingen nodig. De huidige manier van meten - de zogenaamde ankerkuilmethode waarbij vanaf een schip een groot net wordt neergelaten - is erg kostbaar en bovendien kwetsbaar. Alleen een Duitse gespecialiseerde visser kan de metingen uitvoeren.
De Waddenvereniging start daarom in 2019 met 7 extra metingen op 1 punt in de Eems waarbij er naast de bestaande methode ook lokale vissers worden ingezet om een goedkopere methode te testen. Over de onderwaterwereld is bitter weinig bekend. De extra metingen moeten leiden tot meer inzicht, zodat op de juiste plek de juiste maatregelen worden genomen en de natuur wordt verbeterd.