Wieringen

Bij Wieringen begint de Waddenzee. Bijna dan, officieel is het twintig kilometer westelijker waar de Noordzee overgaat in Waddenzee. Op Wieringen begint ook het waddengevoel, daar hoef je niet lang naar te zoeken.

Ander soort Noord-Holland

De zoute geur van het wad is er al voor de laatste heuvel naar zee genomen is. Het hooggelegen Wieringen is een heel ander stukje Noord-Holland dan de rest van de provincie. Tot de inpoldering van de Wieringermeer in 1930 was het een eiland. Hier zie je glooiingen en houtwallen, hier fiets je over kleine kronkelende weggetjes met bomen die je uit de wind houden.

 

Kleiput Vatrop

Bij de buitendijkse Kleiput Vatrop zijn geen bomen, maar is er wel een glorieus zicht op de Waddenzee. Een jachtje koerst op Texel af, hoge witte wolken weerspiegelen in het water en meeuwen en visdiefjes dobberen op de zeespiegel, in afwachting van de eb. Op het schelpeneilandje in de kleiput bereiden kluten zich voor op het broedseizoen. Scholeksters en bergeenden lijken de wacht te houden, zij scharrelen op de rand van land en water om de kolonie heen.

 

Toevluchtsoord

De lage dijk aan de zeezijde (met fietspad!) dateert van 1790; het verschil in hoogte met de deltadijk aan de westkant van het natuurgebiedje bedraagt meters. Een deel van de grond waarmee de dijk werd opgehoogd, komt uit de kleiput. Die kreeg daarna een nieuwe bestemming als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels. De hoge klif tussen put en kerk diende lang eenzelfde doel, maar dan voor de mens. Als het water weer eens dreigde zochten de bewoners van Wieringen hier hun toevlucht.

 

Tekst en foto’s: Annemarie Bergfeld