Ga met ons mee op excursie
Maak een verschil voor het waddengebied met je bedrijf, vrienden of familie!
Home Ontdekken Reisverhalen Chris
Veertien zeil- en wadliefhebbers, twee wadgidsen en een driekoppige bemanning hebben zich verzameld op de zeilklipper Willem Jacob. Vijf dagen en nachten zeilen, droogvallen én een bezoek aan het onbewoonde eiland Rottumeroog staan op het programma. Dagelijks doen wadgidsen Chris en Chrisje verslag vanaf de Rottum Express.
Door: wadgids Chrisje
Het wordt schipperen. Dat is wel duidelijk wanneer schipper Ruth alle mogelijke scenario’s uitlegt. Er is sterke wind op komst, we moeten rekening houden met het getij en er zijn allerlei andere factoren die ervoor zorgen dat we ons programma al voor vertrek moeten aanpassen.
Na een korte uitleg over knopen leggen en zeezeilen – ‘ja, nu kunnen jullie het wel’ – gaan de trossen los. Het is 23.00 uur wanneer we met de vloedstroom uitvaren richting… Rottumeroog. Zo beginnen we gelijk maar met het hoogtepunt. Later die week lijken de omstandigheden minder gunstig om het onbewoonde eiland te bezoeken. Bij Rottumeroog hopen we droog te vallen en de volgende ochtend vroeg naar het eiland te wandelen voor een exclusieve excursie door Staatsbosbeheer.
In het donker navigeren schipper Ruth en maat Douwe door Lutjewad. Met een zoeklicht voorop het schip speuren we over het wad en varen we van boei naar boei. Eerst op de motor, maar al snel komt het zeil erbij. Steeds meer mensen verdwijnen naar hun kooi. Ruth en Douwe turen door. Heel soms voel je het schip over de bodem heen schuren. De vloed duwt het schip verder. Aan de hemel staat aan de ene kant het steelpannetje. Aan de andere kant schijnt het licht van de boeien.
Dan ineens… schuren we aan de grond. De deining stokt. Ruth zet de motor aan: voor- en weer achteruit, draaien, heen en weer. Er wordt gepeild met een stok. ‘Shit, we zijn er bijna,’ zegt Ruth. Nog weer proberen, peilen en zoeken. ‘Negentig centimeter!’ meet Douwe. ‘We steken één meter’, zucht Ruth. We liggen op het hoogste punt van een zandbank. Het is niet anders. We liggen vast. Vast voordat we Rottum hebben bereikt.
Schiermonnikoog, woensdag 4 september 2019
Door: wadgids Chris
Als het gezegde zo dichtbij maar toch zo ver weg érgens op van toepassing is, dan is het wel op vandaag. Voordat we naar bed gaan, horen we de motor van de boot en het geluid van water dat tegen de boot opspat. Zo vallen we langzaam wiebelend in slaap. Ik word vroeg in de ochtend wakker, doe kleding aan in laagjes en steek mijn kop voor het eerst weer buiten de kabine. De kleuren van de zonsopgang zijn altijd mooi, maar nog mooier op het wad. Rood, oranje en lila licht reflecteert op het wad. Overal om mij heen is horizon. Stel jij je nu voor dat je op die horizon ook nog Rottumeroog ziet liggen. Alleen is het wel buiten loopbereik. We zijn op een zandbank terechtgekomen. Rottum in zicht, maar toch zo ver weg.
Naarmate de kleuren van zonsondergang plaatsmaken voor helder daglicht merk ik dat de groep graag het wad wil verkennen. Nadat de trap voor het afstijgen er ligt, duurt het dan ook niet lang voordat iedereen er af is. Na een klein stukje lopen, zie ik de steile randen van de zandplaat. De gedachte gaat door mijn hoofd: ‘Acht meter meer neer links en we hadden het misschien wel gehaald.’ Tijdens de wandeling zien we een kerkhof van kokkels, mossels en strandgapers. Ook halen we met een steek het bodemleven omhoog. Terug op de boot wordt er een nieuw plan gemaakt. We wachten op hoogwater en vertrekken naar de haven van Schiermonnikoog. Er is storm op komst en daar kunnen we schuilen.
We wachten op hoogwater, zodat de boot los komt en we kunnen vertrekken. Alleen wordt de boot door de sterke westerwind steeds verder de plaat opgeduwd. De boot kraakt en bots tegen de plaat aan. We verliezen flink wat tijd voordat we echt los zijn en kunnen vertrekken. Gedurende de reis naar de haven van Schiermonnikoog zijn er windstoten en felle regenbuien. De mensen op het dek dragen standaard een reddingsvest. Diezelfde mensen doen in de stromende regen hun best om het schip zeilend te houden. Maar de tijd die we verloren hebben op de plaat heeft gevolgen voor ons. Het laagtij zet in en het is niet meer mogelijk om de haven van Schiermonnikoog in te varen. Een ander plan is nodig.
De boot kan nog wel de oostpunt van het eiland bereiken om daar droog te vallen. Daar droogvallen betekent dat we in de luwte van het eiland liggen, zodat de storm niet teveel impact heeft. Met stortregens bereiken we de plek en leggen het anker uit. De avond valt en er dan is er tijd voor rust en een spelletje. Morgen kunnen we de oostpunt verkennen.
Tussen het schip en de oostpunt van Schiermonnikoog ligt een kleine geul die lastig te doorwaden lijkt. Diep in de nacht lichten Ruth, Douwe en een wakkere deelnemer daarom het anker en varen het nog dichter naar het eiland. Na het ontbijt trekken we snel korte broek en oude gympen aan en klauteren van boord. We lopen vrijwel direct vast in het slik. Tot over de knieën zakken de eersten diep in een onvermoede en kleine geul. We ploeteren terug om een nieuwe route te zoeken. Ruth laat snel het bijbootje zakken, sleept het naar de geul en met wat touwen trekken we elkaar zo naar de overkant.
We bereiken Schier iets ten oosten van het baken bij het Willemsduin. Op de kwelder kleurt het zeekraal al wat rood. We ruiken het kruidige zeealsem en zien lamsoor, zeeaster en uitgebloeide zeedistel. We zien jonge duintjes en hebben zicht op de woeste branding van de Noordzee. En enkele hazen. Tegen het duin ligt een jonge grijze zeehond, nog wat wit gekleurd. Moeder is in de buurt en we lopen er met een boog omheen.
Terug op de boot wachten we tot het water weer stijgt. De wind trekt aan en we willen vannacht beschut in de jachthaven van Schiermonnikoog liggen. Op de zeekaart is het hemelsbreed een klein stukje, maar in de praktijk een heel ander verhaal. We moeten een omweg nemen door diepere geulen en kruisen stevig door. Voorbij Lauwersoog en dan weer naar het Noorden. De jachthaven van Schiermonnikoog kun je alleen binnen varen met voldoende water. Dat moeten we zien te halen. Een deelnemer: ‘je bent hier zo afhankelijk van zoveel factoren. Je hebt hier eigenlijk niks te zeggen’.
Het is een spectaculaire vaartocht, we hebben een derde rif in het zeil. Bij windvoorspellingen gaat het om de uitschieters. Evengoed gaat het schip flink schuin en bij de laatste keer overstag, glijdt de gehele bestekbak van tafel. Een extra ronde afwassen. In de jachthaven spreiden we wat uit. Sommigen maken een avondwandeling langs de Westerplas, anderen verkennen het wad of het dorpje. Aan boord wordt gesopt en gedweild. Na het eten is iedereen rozig. Een deelneemster komt met haar vader terug aan boord: ‘Mijn dag is heerlijk afgesloten met een biertje bij hotel van der Werf!’ Het was een prachtige dag.
Door: Wadgids Chrisje
We ontwaken in de jachthaven van Schier. Vóór het ontbijt bekijken we de wieren en zakpijpen die onder water bij de steiger leven. Dan is er een heerlijk ontbijt, verzorgd door Yorick, onze kok. Zijn laatste deze dagen, want hij is jammerlijk geblesseerd en krijgt steeds meer last van z’n been. Een bijzonder toeval wil dat één van de deelnemers ruime ervaring heeft in het koken voor groepen op schepen. Ze steekt graag de armen uit de mouwen. De oplossing is vervolgens simpel: zij kookt de volgende dagen en samen kijken ze de voorraden nog even door.
De ochtend op Schier wordt onder meer gevuld met een wandeling naar de westkant van het eiland een bezoek aan het dorp. Twee deelnemers maken filmopnames. Dan knoopt onze kersverse kok het schort om en maakt een lunch die uitstekend in de smaak valt.
We zetten zeil naar Lauwersoog waar Yorick van boord gaat. We varen gelijk door, want deze keer zal het lukken: Rottumeroog. Het is een flink stuk zeilen en het weer verslechtert. Veel wind en buien, maar we zijn opgetogen. Schipper Ruth heeft coördinaten achterhaald van een collega schipper. We willen niet weer vastlopen. Deze keer varen we bij daglicht eerst weer door Lutjewad. Het ondiepe geultje vlak voor Rottumerplaat gaat gesmeerd.
Vroeg in de avond lopen we ‘gepland’ vast. Toch ook nog een klus, want er moet genoeg water staan om weer goed los te komen bij het volgende tij en het schip moet niet verder de plaat op geduwd worden. Rondom het schip wordt gepeild om zeker te zijn van een vlakke ondergrond. We liggen er goed voor om morgen naar Rottumeroog te lopen.
Na een heerlijke maaltijd proosten we op het goed bereiken van deze plek. Ruth en Douwe bespreken de plannen voor morgen. Er zal ruim tijd zijn om op ‘Oog’ te kunnen lopen, ondanks doodtij. Wadgids Chris vertelt aansluitend nog over het getij. Met ingewikkelde verhalen over Coriolis en amfidromen gaan we de nacht in.
Door: Wadgids Chris
Het is een raar gevoel om een bord te passeren waar ‘kwetsbaar gebied’ op staat. Toch ga ik voorbij het bord, naar de Emder kaap. Bij het kenmerkende rijksmonument krijgen we een inleiding van de vogelwachter. De vogelwachter houdt toezicht op Rottumeroog en heeft een kleine koepel als onderkomen op het prachtige eiland. Na de inleiding loop ik met de groep over de strand aan de Noordzeezijde. Grappig genoeg gaat iedereen meteen jutten. Ik geef ze geen ongelijk. Unieke vondsten komen bij het bespreken naar voren. Zo vinden we: gebroken zeehondenschedels, ruwe boormosselen wervels, botten en helaas toch ook plastic.
Na een wandeling over het strand steken we het eiland over naar de Waddenkant. Aan de Waddenzee ligt een prachtige kwelder met een rode gloed van al het zeekraal. Ik heb veel kwelders gezien, maar dit is wel echt de mooiste. In de kwelder vindt iemand een schedel en vraagt zich af: van welke dier is deze schedel? Het antwoord op die vraag is verrassend, namelijk de schedel van een ree. Het schijnt dat reeën soms de oversteek maken naar Rottum. Eenmaal aangekomen is zo’n ree vaak dorstig en drinkt dan helaas teveel zeewater, waardoor het dier vroegtijdig sterft. De schedel is hier een bewijs van.
Na de kwelderwandeling heeft iedereen 45 minuten om zelf het eiland te verkennen. Ik loop weer naar de Noordzeekant, want ik heb gehoord dat er mogelijk mammoetkiezen liggen. Helaas vind ik die niet, maar wel een aantal zeehondenwervels. De tijd vliegt als je op ontdekkingstocht bent en dan is het alweer tijd om terug naar de boot te gaan. Iemand heeft nog een geraamte gevonden van een ree, wat nogmaals bevestigt dat er dus reeën kunnen voorkomen.
Terug op de boot moeten we wachten op hoogwater voordat we weer kunnen vertrekken. Een aantal mensen besluit te gaan zwemmen, anderen om lekker op het dek te genieten. Na een aantal uur worden de zeilen gehesen en gaan we op weg. Het plan is om langs Rottumerplaat te varen, want de aanblik van dit onbewoonde eiland is echt schitterend. We gaan op weg met mooi weer en windkracht 4 tot 5. De reis gaat voorspoedig, al is in de verte wel een flinke regenbui te zien waar we doorheen gaan. Ook neemt de wind langzaam toe. Beetje bij beetje komen we dichter in de buurt van Rottumerplaat. Dan krijgen we te maken met deining van de zee en flinke regen en gaat het schip flink schuin. Wanneer we overstag gaan, springen alle keukenkastjes open. Alles wat niet vast ligt, verschuift met flinke snelheid door de boot heen.
Het is een machtig gevoel om zo te zeilen, maar het laat ook heel goed zien hoe dynamisch de Waddenzee is. Uiteindelijk maakt de schipper het wijze besluit om eerder terug te draaien en een plek te vinden waar we kunnen droogvallen. Na het avontuur is het tijd om te eten en verder van de avond te genieten, morgen weer vroeg op.
De dag begint vroeg op het wad. Rond 6.00 uur staan de eerste mensen op en kleden zich aan om naar het bovendek te gaan. Zo hard als de deining gisteren was, zo rustig is het nu. Na het omhooghalen van het anker val ik daardoor weer langzaam in slaap. Ergens rond 8.30 uur kom ik pas het bed uit rollen. Als ik na het ontbijt op het dek kom, blijken we al aangekomen op Het Rif. In de verte zie ik het landbaken en het vogelhuisje van Engelsmanplaat. Op de plaat zitten aalscholvers te drogen, zie ik sterns en visdiefjes.
Ook vandaag wachten we op getij, voordat we van de boot kunnen. Sommigen gaan zwemmen of kiezen ervoor om van de zon te genieten. Ook ik kies daarvoor en lig heerlijk op het voordek. Na een uur is het water laag genoeg om over Het Rif te lopen. Vader en dochter (10) gaan met een schep van boord en bouwen direct een hoog fort met een troon bovenop. Struinend over de zandplaat valt mij op hoe langzamerhand duinen ontstaan met de daarbij behorende vegetatie. Aan de vloedlijn komen we een karkas van een zeehond en van een bruinvis tegen. Dan wandelen we rustig terug naar de boot voor een lunch op het dek. Een zonnige afsluiter na dagenlang wind en veel buien. We zeilen vervolgens heel langzaam voor de wind terug naar Lauwersoog. Helaas zit de week erop.