28 oktober 2020 Oude zeearm wordt stapsgewijs zoet irrigatiemeer In 1969 werd de Lauwersmeer afgesloten van de Waddenzee en gaat het sindsdien door het leven als Lauwersmeer. Het meer bleef echter een brak karakter houden door zoute kwel uit de bodem en kwel dat onder de afsluitende dam door komt. Dit brakke biotoop is als paai- en opgroeihabitat voor beschermde vissoorten zoals de fint en zeeforel van grote waarde. Om deze reden heeft het Lauwersmeer binnen de Kader Richtlijn Water (KRW) dan ook de status van zwak brak water. De waterbeheerder is verplicht deze waterkwaliteit te behouden. Afgelopen week besloot waterschap Noorderzijlvest alleen voor de tweede keer om dit brakke karakter aan banden te leggen. Stap naar achteren In 2015 werd het maximaal toelaatbare chloride gehalte (= zout) al verlaagd van maximaal 5000 naar maximaal 3000 mg/liter, vorige week werd deze bovengrens verder verlaagd naar 1200 mg/liter. Dit is een opmerkelijke stap aangezien het waterschap juist tekort schiet in het behalen van de KRW-doelen, onder andere voor vis. Het vraagt om een stap naar voren in plaats van terug. De KRW opgave is er namelijk voor bedoeld om het zwak brakke karakter van het meer te versterken en in te zetten op het verbeteren van de zoet-zout verbinding met de Waddenzee. Streep door versterking visstand De Waddenvereniging zet zich binnen het initiatief Lauwerskust al jaren in om juist samen met alle gebruikers en betrokkenen van het Lauwersmeer het waterbeheer klimaat robuust vorm te geven. Het is vanuit deze betrokkenheid uitermate teleurstellend dat dit besluit enkel op agrarische belangen is gestoeld en een streep zet door initiatieven voor verbetering van de visstand en onderwaternatuur.